Straatbeeld in Kathmandu
Kathmandu is geen stad waar opzichtig veel luxe en weelde te zien is: dat wordt al meteen duidelijk door de wegen. De straten zijn meestal geasfalteerd, maar sommige verkeren in deerniswekkende staat: putten en gaten overal, soms rijd je letterlijk in een zandstraat. En een en ander herstellen is bepaald geen sinecure: wegen afsluiten voor echt fundamenteel onderhoud is er niet bij. Ze afsluiten is hier ondenkbaar, dan zou de chaos pas echt niet meer te overzien zijn.
Iets bredere straat, met op de achtergrond een roestige voetgangersbrug
Stoffig is het er ook, in Kathmandu: we waren er in de lente, bij temperaturen tussen 20 en 25 graden, geen regen meer, want het moessonseizoen loopt van juni tot september. De stedelingen hebben daar ook last van, maar ze doen er wat aan: geregeld kom je in een straat waar een of andere handelaar vlijtig water gesproeid of gegoten heeft: 'help yourself' is hier een probate oplossing voor vele problemen.
Privé stofbestrijding
Maar dat soort van stof is toch nog minder erg dan het fijne stof dat boven dat stad hangt, ook boven een groot deel van Nepal. Het maakt in feite deel uit van de 'bruine wolk van smog boven Azië': zelfs als de helem onbewolkt, open en vrij is, kun je hier niet zeggen dat er geen vuiltje aan de lucht is, wel integendeel. Vele mensen lopen in Kathmandu met een mondmasker, en de verkeersagenten hebben er allemaal een voor! Een van de oorzaken is niet ver te zoeken: het verkeer. Die bruine wolk boven Azië is een immens probleem: als ze in dit werelddeel zo voortdoen, helpen ze het finaal naar de knoppen! Na veertien dagen Nepal en luchtvervuiling kom je als geheid groene jongen terug.
Kathmandu vanaf de heuvel van Swayambhunath
Gebouwen en huizen in Kathmandu heb je ook in extremen: ze kunnen behoorlijk modern zijn, maar net zo goed op niet al te charmante wijze kaduuk. We zaten in het binnentuintje van ons hotel (International Guest House!) een bouwsel te bekijken waarvan ik dacht: daar woont toch wel niemand meer in. Ik had beter moeten weten: op het dak hing was te drogen. En een paar minuutjes later zwaaiden spelende kinderen ons vanuit een raam lachend toe! Tegenover die bouwval, aan de andere kant van de straat, staat dan weer een gebouw dat een of andere firma huisvest, maar waarin ook appartementen te zien zijn. Ik zei het al: Nepal is een land van contrasten, ook vlak onder je neus.
Krotwoning met verdiepingen
En met tevreden kinderen
Daarboven zitten ze al beter in de slappe was
In Kathmandu kun je ook zien wat er bij ons onder de grond zit: elektriciteits- leidingen. Het gaat hier om een grootstad: een paar kabels aan een stevige paal zijn niet voldoende, wat vaak onontwarbare puzzels oplevert. Toch zeggen mensen die het kunnen weten dat fouten vrij gemakkelijk te herstellen zijn dank zij een vernuftig nummeringssysteem van die leidingen. Het is overigens wel zo dat de stroom hier dagelijks uitgeschakeld wordt: in ons hotel bijvoorbeeld van 6 tot 10 uur in de avond, maar elders kon dat ook in de middag zijn. Nepal in niet rijk.
Gordiaanse stroomknoop
Kathmandu laat alleszins een blijvende indruk na: je kunt je niet indenken hoe zo'n stad toch functioneert, hoe mensen in dergelijke omstandigheden kunnen leven. Allicht zijn ze niets anders gewend, maar ze hebben ook televisie: dat het elders in de wereld comfortabeler is, moet ze ook bekend zijn. Moedige mensen zijn de Nepalezen, en vriendelijk, opgewekt, sommige op het gênante af gedienstig. Dan heb ik het niet over bedelaars en straatventers, of anderen die niet aan de bak komen, en die het land aan hun lot overlaat.
Van bij het begin deed de stad mij aan L.P. Boon denken, maar bepaald aan de manier waarop hij 'De Kapellekensbaan' typeerde als 'een plas, een zee, een chaos', als 'een roman ge alles holderdebolder uitkeert, kwakt, gelijk een kuip mortel die van een stelling valt'. Dat is Kathmandu helemaal, vind ik.Maar er zijn ook mooie dingen te beleven, dat zeker ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten