donderdag 27 maart 2014

Nepal: geen Hof van Eden

'De verbluffende gezichten op de Himalaya staan in scherp contrast met de beelden van armoede die je overal kan zien.'

Dat lees je in een foldertje van het weeshuis 'Shangrila Home' in Kathmandu, en dat is dan nog vrij neutraal uitgedrukt. Die armoede kun je schrijnend ten hemel schreiend noemen, mensonwaardig, onvoorstelbaar: je kunt die armoede niet 'niet zien', ze ligt in heel Nepal voor je uitgerold, je ontkomt niet aan de confrontatie ermee, ze is Nepal, helaas. Voor mij was het een diep ingrijpende belevenis, waarvan ik de beleving na veertien dagen Nepal mee naar huis genomen heb, een plas verdriet in mijn hoofd, lijf en leden was het dan al geworden. Niet dat er in dat land niets moois te zien is, integendeel, maar daar gaat het nu even niet over.

De tweede dag bezochten we de stoepa van Swayambhunath, een zeer bekend boeddhistisch heiligdom, waar heel wat pelgrims en toeristen naartoe komen: drukte alom. Prachtig gebouw is het, met een grote symbolische betekenis voor de volgelingen van Boeddha.


De stoepa van Swayambhunath met de alziende ogen van Boeddha

Overal wapperen er gebedsvlaggetjes: die geven een op het eerste gezicht een feestelijke indruk, hoewel dat de bedoeling niet is. Die vlaggetjes zijn bedrukt met gebeden, en men gelooft dat de wind die mee in de kosmos neemt: hoe meer die vlaggetjes verbleekt zijn, hoe meer die gebeden gevlogen zijn naar hun bestemming.


Gebedsvlaggetjes in een behoorlijk vervuilde lucht

Die stoepa ligt op een heuvel, twee kilometer ten westen van Kathmandu. Dus moet je weer naar beneden langs een pad en nogal wat trappen. Die worden geflankeerd door bedelaars allerhande. Je ziet oude besjes van wie je je afvraagt hoe ze daar in hemelsnaam nog gekomen zijn, maar wie mij het allermeest trof was een man - een mannetje eigenlijk, want Nepalezen zijn niet groot - van een jaar of zestig-zeventig, een leeftijdgenoot van me in feite. Donkerbruin zijn huid, droeve, gelaten smekende ogen, in zijn mond nog een paar scheve tanden. Hij hield ook zijn rechterhand op, maar in plaats van vingers had hij nog vier stompjes van een centimeter lang: weggevreten door melaatsheid vermoed ik. Het parool is dat je bedelaars niets mag geven, want dan komen ze met z'n allen achter je aan, en structureel verandert het niets: ik heb me dan ook aan die 'goede' raad gehouden, maar later op de dag begon het te knagen en vroeg ik me af of ik hem toch niet iets had moeten geven. Je kunt niet heel de wereld op je schouders nemen, maar het beeld van die man vergeet ik nooit meer.

Het weeshuis 'Shangrila Home' hebben we de dertiende dag bezocht. Ik had er eerlijk gezegd niet zo veel zin meer in, mijn potje miserie en ellende was al meer dan vol, had ik het gevoel, maar het is in 1995 opgericht door twee Vlamingen, Inge Bracke en Paul Jacobs. Tegenwoordig wordt het gerund door Wim de Becker, en er verblijven zo'n 72 kinderen: die zijn soms heel jong - nog niet uit de pampers - maar ook achttienjarigen. Ze krijgen er ongeveer alles wat ze vroeger gemist hebben: eten, kleren, onderwijs en begeleiding en liefde van vooral Belgische of Nederlandse, maar ook Nepalese vrijwilligers. Je wordt in dat huis - een voormalig hotel - rondgeleid, en je ziet dat er ongelooflijk veel goeds gebeurt.

Shangrila Home, het weeshuis

Om half vier komen de kindertjes uit de basisschool, en dan zoeken ze gelijk aandacht bij hun verzorgers, zoals bij An, een Antwerpse die er als vrijwilliger als vier jaar aan de slag is: daar moet je heel sterke benen voor hebben, om in zulke omstandigheden ook nog de 'moeder' te zijn van die kleine Nepaleesjes. Respect en bewondering, zeg ik dan.En ze lachen, zijn gelukkig en helemaal niet schuw of wereldvreemd: ze laten zich met plezier fotograferen, ook met leden uit ons gezelschap.


An met twee Nepalese weesjes


Twee nieuwsgierige aagjes tussen onze Jens en Geert

Ik vraag An, denkend onder anderen aan mijn melaatse bedelaar, wat de staat hier voor zijn inwoners doet. Het antwoord is eerder lapidair en ligt, na veertien dagen Nepal, helemaal in de lijn der verwachtingen: 'Niks.' Shangrila Home krijgt geen subsidies van de staat, het weeshuis leeft van giften en permanente opdrachten, vooral uit Belgiƫ. Donateur worden, zoals ik gedaan heb, vind ik zeer zinvol, en je kunt gerust zijn dat het geld goed besteed wordt.

Wat mij ook interesseerde was de betekenis van 'Shangrila'. Die vind je dan op Wikipedia: het is de naam van het aardse paradijs in het boek 'Lost Horizon' van de Engelse romanschrijver James Hilton. Dat wist ik nog niet toen ik dit artikel 'Nepal: geen Hof van Eden' noemde; het boek speelt zich overigens af in de Himalaya, in Tibet. Het is een zeer ambitieuze naam voor het weeshuis, deze naamkeuze getuigt van enige moed, die hier echt wel nodig is, wil je een steen in de rivier verleggen.

Wat in het gebouw ook opvalt is het prachtige trappenhuis: het doet aan de gulden snede denken. Het voormalige hotel moet echt wel stijl en luxe geboden hebben. Daarvan is ook de jacuzzi een bewijs, waar de kinderen tegenwoordig hun kleren wassen: want opvoeden tot zelfstandigheid zit ook in hun programma.



Het trappenhuis van Shangrila Home


Zevenjarig Nepaleesje met toekomst

Nepal is een land van zeer extreme contrasten, dat is wel zeker.

Donateur worden? Zie: www.shangrilahome.org,
rekeningnummer BE86 0682 2248 1550

Geen opmerkingen: