Maar veel vogels zie je niet: vinken en tjiftjafs zijn te klein, de koekoek leeft liever verborgen. Tot je dan aan pas geoogste hooilanden komt, vlak ten noorden van het Zwart Water. Wat van het veld overblijft zijn korte grassprietjes waarin vogels met een langere bek in de aarde volop naar voedsel zoeken. Zo kun je een wulp bezig zien zijn inwendige vogel te versterken. Je hoeft geen onderlegd ornitholoog te zijn om hem te herkennen: hij heeft een naar omlaag gebogen snavel. 'De wulp wijst naar zijn gulp' luidt het geheugensteuntje.
Wulp op voedseljacht
Zo vaak heb in het Vennengebied wulpen nog niet kunnen observeren: een beetje bijzonder vind ik het dan ook. Maar hij had nog een collega-voedselzoeker: een eind links van hem was een andere vogel aan het werk. Ik dacht eerst dat het om een kievit ging, maar zijn roep klonk niet zo. Dan thuis maar in 'De complete natuurgids' gezocht: het blijkt een scholekster te zijn. Ik dacht dat die alleen in de nabijheid van kusten voorkwamen, maar de natuurgids zegt dat je ze ook in het binnenland vindt. Het is een mooie zwart-witte waadvogel met een opvallende oranje, rechte bek; hij wordt 40 tot 45 centimeter groot. Zo'n scholekster spotten is al bijzonderder.
Scholekster op hetzelfde hooiland
Als je dan weer richting Turnhout rijdt, moet je over de Geheulse Dijk, en die ligt op Merksplas. Vlak voor de Nieuwe Bossen (Turnhout) ligt wat ik het 'Ezelsven' noem: het is geen ven, maar drasland. Omdat er al vele jaren ezels naast dat watertje staan, noem ik het voor mezelf 'Ezelsven'. 'Koeven' en Peerdsven' liggen overigens in de buurt. In de zomer staat de draslandje droog, na de winter staat het behoorlijk vol. Dit jaar is het minder dan anders: droog voorjaar, weet je wel. Maar daar weer een andere vogel te kijk: een blauwe reiger. Zo extreem zeldzaam zijn die dieren niet: zo eentje heb ik wel eens over het Peerdsven zien vliegen, met een trage, ietwat majestatische vleugelslag, maar een die bleef waar hij was, dat was me nog niet overkomen. Zo'n reiger bezig zien, is voor mij dan ook heel bijzonder.
Blauwe reiger in het Ezelsven
Aan de Geheulse Dijk is nog iets merkwaardigs te zien, iets dat er voor de winter nog niet lag. Op een grote steen die door het water flink glad gemaakt is, zijn een aantal verzen gebeiteld. 'hier is het dat het langzaam welt / en aarde water draagt': zo begint het gedichtje. Aan de zijkant van de steen lees je de naam van de (vrouwelijke) dichter: Pien Storm van Leeuwen. De kleine 'v' duidt er al op dat het om een Nederlandse kan gaan, en dat is ook zo: Pien is Brabantse. Ze heeft zo meer versjes geschreven en die zijn dan te vinden op zogenaamde 'poosplaatsen' (het woord is van haarzelf). Vlak naast beekjes of water liggen die plaatsen 'waar poëzie en verpozen bij elkaar komen'. Die plek naast de Geheulse Dijk markeert de bron van de Mark, die op de Zandvenheide ontspringt. Vlak naast de steen staat natuurlijk een houten bank waar de mensen inderdaad een poos kunnen rusten. Pien Storm van Leeuwen heeft in de provincie Antwerpen nog een aantal poosplaatsen gerealiseerd, in onder meer Rijkevorsel, Hoogstraten en Baarle-Hertog. 'Ode aan de Mark' is ook uitgegeven als boekje met foto's en haar gedichtjes. Op haar website vind je meer informatie over haar: 'www.pienstormvanleeuwen.nl'.
Verzen bij de bron van de Mark
Zo is deze mij zeer vertrouwde scootmobielpromenade echt wel zeer bijzonder geworden: vogels gehoord en gezien, een poosplaats met verzen van een streekgenote in onze provincie 'Midden-Brabant'. Dat beleef je niet elke dag!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten