donderdag 27 juli 2017

Stuivekenskerke

Een van mijn dochters woont in Berchem in de Stuivekenskerkestraat. Dat ken ik, zeg ik dan, dat is in de buurt van Blankenberge! Mis, papa, dat is in de buurt van Diksmuide, in feite een deelgemeente ervan. Een deelgehucht is correcter uitgedrukt, maar laten we niet vitten.
 

Historische straatnaam

Overigens hebben de straten in die Berchemse buurt allemaal Eerste-Wereldoorlognamen: Passendalestraat, Langemarkstraat, Kortemarkstraat. Geert Bourgeois had zijn oorlogstoerisme naar Antwerpen kunnen verplaatsen! In ieder geval: onlangs was ik weer in West-Vlaanderen, en mijn nieuwsgierigheid dreef me naar Stuivekenskerke: wat is daar gebeurd, wat is daar nog te zien?

Er is in ieder geval geen epische slag geleverd, geen geen mosterdgas uitgetest of ander onfraais: Oud-Stuivekenskerke was een vooruitgeschoven wachtpost aan dat deel van het front. Dat wil niet zeggen dat er niet duchtig geschoten is: van de kerktoren die in 1914 nog mooi volwassen rechtop stond, restte in 1918 alleen nog de basis. Van hieruit werd de vijand in de gaten gehouden en werd communicatie dienaangaande verspreid. En de vijand heeft Oud-Stuivekenskerke nooit kunnen veroveren: 'Tot hier, en niet verder!' was het parool.


De gerestaureerde torenstomp


Ansichtkaart met de toen nog trotse toren en de ruïnes ervan

De man die de wacht voor een grote deel van de oorlog waarnam, was een geestelijke: Edouard Lekeux heette die. Na de oorlog is hij terug naar zijn klooster gegaan, onder de naam frater Martial (what's in a name!). Hij werd als een held beschouwd, maar zo zag hij zichzelf niet. Toch heeft die periode uit zijn leven grote indruk op hem gemaakt: op zijn initiatief wordt op die plaats een herinneringskapel gebouwd, en op 6 september 1926 ingewijd. Ze is opgedragen aan Onze-Lieve-Vrouw ter Zege. Vandaar ook dat de plaats nu Onze-Lieve-Vrouwehoekje wordt genoemd.


Frater Martials kapel: Onze-Lieve-Vrouw ter Zege

De kapel heeft een aantal glas-in-loodramen die natuurlijk verwijzen naar de oorlog die bij de inwijding nog maar acht jaar achter de rug was: frater Martials heeft er vaart achter gezet, achter zijn kapel. De koning en de koningen ontbreken natuurlijk niet, evenmin als frater Martialis zelf: de biddende soldaat
bij de ruïnes van de toren is ongetwijfeld Edouard Lekeux; de heilige naar wie hij schijnt te kijken is dan weer Sint-Martialis.


De koning-ridder en de koningin-verpleegster


Martialis twee keer: de heilige en de frater

Op de toren, die je overigens kunt beklimmen, wappert de nationale vlag: dit is Belgisch, en dat is altijd zo geweest schijnt ze te zeggen.


De nationale driekleur als bevestiging

Oud-Stuivekenskerke is niet zo beroemd of berucht als Passendale of Ieper, maar dat hoeft ook niet: er moet niet overal peilloos leed geleden zijn. Maar op zijn manier is het belangrijk geweest, en er is niets mis mee om dat op een sobere manier te gedenken. Daarom heeft Berchem ook zijn Stuivekenskerkestraat.

Geen opmerkingen: