zaterdag 16 januari 2010

We zullen eens gaan zien


Harry Mulisch gaat ook eens zien

Een Nederlandse vriend verbaasde zich herhaaldelijk over de Turnhoutse uitdrukking 'we zullen eens gaan zien'. Grappig vond hij die manier van zeggen, alsof je met je ogen open niet altijd 'ziet', alsof je de bewuste beslissing kunt nemen: vanaf nu ga ik zien'. Zeer raar vond ie dat, hij moest er steevast mee lachen. De woorden zijn best goed en eenvoudig Nederlands, en hijzelf kent zijn taal uitstekend, maar voor de combinatie van deze simpele staaltjes woordenschat, daar had hij geen spontaan begrip voor. Hij verstond niet wat wij bedoelden, hij hoorde perfect Nederlandse brokjes moerstaal, maar ze gingen aanvankelijk zijn petje te boven. Mogelijk was dat een frustratie voor hem? Maar hij vond het wel grappig, dat wel.

Nu heeft die uitdrukking met visueel waarnemen ook helemaal niets te maken. 'We zullen eens gaan zien' betekent dat men aanstalten maakt om te vertrekken, om een gezelschap te verlaten, om elders naartoe te gaan. Ik heb onlangs in de Dikke Van Dale heel het lemma 'zien' eens doorgeploegd, en inderdaad, 'zien' in de betekenis van 'vertrekken, weggaan' is Van Dale niet bekend: ons dialect is hier iets te origineel. Je kunt de uitdrukking nog versterken door te zeggen: 'we zullen eens met de kleine gaan zien'. Dan wordt ze bijna hilarisch: er komt natuurlijk geen baby of kind aan te pas. Met 'de kleine' bedoelen we dan dat we binnenkort, een beetje langzamerhand willen vertrekken.
Voor buitenstaanders, niet-ingewijden wordt de zaak dan best ingewikkeld. Alle begrip dus voor de Nederlandse vriend. Overigens begrijpt hij de uitdrukking ondertussen al lang: hij heeft het probleem overwonnen, hij is de kwestie anders gaan 'zien'.

Slot: ik ben er niet zeker van of mijn kinderen, die in het Nederlands opgevoed zijn, de uitdrukking nog wel kennen. Sic transit gloria mundi. Mundi: als de wereld niet groter is dan dit stadje in de Kempen.

Geen opmerkingen: