vrijdag 20 mei 2011

Naast de Schelde

We trekken naar het Scheldeland: Vic en ik, en Marc, die de uitstap netjes gepland heeft, en ons twee mappen geeft die uitpuilen van de informatie. Eerste stop: Sint-Amands-aan-de-Schelde. Wereldberoemd in Vlaanderen, hoewel het dorp eigenlijk niet zo heel veel voorstelt. Klein-Brabant heet de streek hier, en aan de andere oever van de rivier begint Oost-Vlaanderen: een grensgebied ook. En je denkt aan paling, in 't groen of anderszins. De palingvisserij was hier tot kort na de Eerste Wereldoorlog een belangrijke economische activiteit, d.w.z. ongeveer iedereen viste op de beestjes, maar de Schelde vervuilde meer dan de mens lief was, en nu heb je nog folkloristische palingfestivals met ingevoerde exemplaren, uit Denemarken bijvoorbeeld. Sic transit gloria mundi, enfin van een aantal dorpen.


De Schelde in Sint-Amands, met nog maar een klein streepje blauw.

Maar ook Emile Verhaeren was van hier: groot Franstalig Vlaams dichter, in zijn tijd echt wereldberoemd, en niet alleen in Vlaanderen. En van die verleden roem wil Sint-Amands ook graag zijn graantje meepikken: de man en zijn vrouw hebben hun graf aan de oever van de Schelde, een museum is aan de man gewijd, het dorp houdt zijn beroemde inwoner in ere. Maar dat is ooit anders geweest: er was het onoverbrugbare standsverschil tussen de Franssprekende Verhaeren en de dorpelingen, en bovendien was hij dan nog eens vrijzinnig in het katholieke Vlaanderen: ongetwijfeld werd hij als zeer 'volksvreemd' ervaren.In onze mappen staat een leuke anekdote: tijdens een optocht van de katholieke fanfares 'De Suskes' (in Turnhout zouden het 'De Sussen' geweest zijn) spuugde Verhaeren naar de muzikanten om zijn afkeuring en afkeer te laten blijken. Het verhaal gaat verder: 'De fluim - alsof Verhaeren tbc had, nvdr - trof een notabele die meeliep in de stoet. Dit incident was koren op de molen voor de aversie tegen de dichter.' Beide partijen deelden overduidelijk dezelfde gevoelens.


Het graf van de dichter en zijn vrouw

Als je de kost verdient met palingvissen is literatuur natuurlijk niet je hoogste betrachting: wist het dorp veel dat de bundels van de dichter vertaald werden in de meeste Europese talen - zelf praatten waarschijnlijk 'nauwelijks Nederlands - dat hij voordrachten hield 'tot zelfs in Sint-Petersburg en Moskou'.


Theo van Rysselberge: De lezing - Verhaeren heeft het woord; ook Maurice Maeterlinck (onderaan, uiterst rechts) en André Gide (de man rechts van hem) staan op dit schilderij

Verhaeren is gestorven in 1916: hij wilde na een voordracht in Rouen op een al rijdende trein naar Parijs springen, maar kwam onder de wielen terecht, met fatale afloop. Hij is dan achtereenvolgens op vier plaatsen begraven: eerst in  Frankrijk (het was natuurlijk oorlog), dan in Adinkerke (op verzoek van zijn familie en tussenkomst van koning Albert I), dan veiligheidshalve (de oorlog alweer!) in Wulveringem (Veurne) en ten slotte in zijn praalgraf in Sint-Amands: dan zijn we al in oktober 1927.

Verhaeren was ontzettend productief: zeker veertig bundels heeft hij gepubliceerd. Natuurlijk kende ik de naam en iets meer, maar ik kan me niet herinneren dat we op de middelbare school bij Frans ooit een gedicht van hem gelezen hebben. Hij schreef wel in het Frans, maar hij was allicht te Vlaams, en bijgevolg hoorde hij niet thuis in de echte Franse literatuur. Charles De Coster is het wat mij betreft ook zo vergaan. Beetje jammer toch.

Daarom: een gedicht van Verhaeren om af te sluiten. Uit 'L'Escaut' dit fragment:

                                                                      L'Escaut

                                                         Sauvage et bel Escaut,
                                                               Tout l'incendie
                                                 De ma jeunesse endurante et brandie,
                                                               Tu l'as épanoui:
                                                                      Aussi,
                                                       Le jour que m'abattra le sort,
                                                 C'est dans ton sol, c'est sur tes bords,
                                                           Qu'on cachera mon corps,
                                            Pour te sentir, même à travers la mort, encore!

Tenminste dat is hem vergund geweest.                                                           

1 opmerking:

tessa vermeiren zei

Ha, Toon, ben jij in mijn geboortestreek gaan kijken? Geen hoge pet op van Sint-Amands duidelijk. Maar het is in Vlaanderen een van de allermooiste Scheldebochten. En ik weet niet waar je las dat de harmonie de 'Suskes' heette. Ze heette wel degelijk, zoals in Turnhout 'de Sussen' en zo heet ze nog steeds.