zondag 27 november 2011

De Modernen - Antwerpen, Fabiolazaal - I

Zoals we weten: het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen is gesloten tot ergens in 2017: het wordt gerestaureerd, gerenoveerd, opgeknapt en uitgebreid bovendien. Grondig lijkt het wel, want het duurt een tijdje. Maar het mag ook wel, want echt blits zag het er niet meer uit.

Ondertussen kunnendelen van de collectie nog wel elders gaan bekijken: de modernsten worden voor een deel in het MAS tentoongesteld, Lier heeft 'Bruegelland, Mechelen Rik Wouters in het Schepenhuis, en 'De Modernen' hangen in de Fabiolazaal in Antwerpen zelf. Tenminste, 'een buitengewone bloemlezing van 55 schilderijen' zoals de handzame bezoekersgids me vertelt. De allermodernsten, zoals Tuymans en anderen zie je niet, maar je krijgt toch een representatief overzicht van Belgische en internationale schilderkunst van zowat 1850 tot 1970.

Antwerpen ontbreekt natuurlijk niet, met 'De schilderijenliefhebber' van Henri de Braekeleer (uit 1884), een eerder braaf genrestuk, maar er is ook een 'Aardappelrooister' van Van Gogh (1885), een werk kennelijk uit de tijd van voor zijn ontdekking van het licht in Zuid-Frankrijk. Niet de bekendste Van Gogh,  maar hij is er toch. Een soort van 'Wiedergutmachung', nadat de schilder van de Antwerpse Academie was weggestuurd, wegens niet goed genoeg (voor de smaak van die tijd dan.


Vincent van Gogh, Aardappelrooister

Misschien wat sentimenteel, maar toch vertederend en pakkend zijn de 'Twee Waalse boerenkinderen' van Léon Frédéric (1888). In 1997 werd dat schilderij gebruikt op de affiche en de catalogus van de tentoonstelling 'Het volk ten voeten uit - Naturalisme in België en Europa 1875-1915'. het makt nu dezelfde sterke indruk op mij als toen. Die Frédéric, een beetje vergeten, was de zoon van een welstellend juwelier, maar heeft in zijn werk vooral blijk gegeven van sociale bewogenheid en boeren en arbeiders en hun miserabele omstandigheden geschilderd. Met enig talent, vind ik.


Léon Frédéric, Twee Waalse boerenkinderen

Nogal wat werk van Vlaamse expressionisten hangt er: Gustaaf van de Woestijne, Gustaaf de Smet, Permeke zijn met een of meer doeken vertegenwoordigd. Van Permeke is er een 'Vissersvrouw' uit 1920; ik houd niet erg van de man: zijn werk is me te bruin, te donker, te aards, vaak te monumentaal verwrongen, maar dit vind ik toch goed: meer licht in het schilderij, en eerder realistisch is het.


Constant Permeke, Vissersvrouw

Een spoor van modern stadsleven vind je in 'De likeurdrinksters' van Gustaaf van de Woestijne (1922): na de Eerste Wereldoorlog is er plaats voor andere mensen dan boeren, vissers en arbeiders. Rijkere lui gaan op café, er liggen twee boeken op tafel, de roos symboliseert welke liefde dan ook, de jonge dames kijken  hem vragen aan, zo van 'Wat gaat hij van ons maken?'



Tot dusver is het allemaal vrij traditioneel, als men expressionisme traditioneel mag noemen tenminste. Er hangt echter ook werk waarvan we de geest beter aanvoelen, de geest die eruit spreekt is meer verwant met die van tegenwoordig. Want de periode 1850-1970 is uiteraard geen monolithisch tijdperk waarin niet naar andere paden werd gezocht. Er was nog een en ander te ontdekken.

Geen opmerkingen: