donderdag 24 november 2011

Vorstelijk verzameld - Groeningmuseum Brugge

Het Groeningemuseum in Brugge wil al wel eens een tentoonstelling organiseren die ik de moeite van de verplaatsing waard vind: 'Van Eyck tot Dürer', 'De eeuw van Van Eyck', Memling zijn al aan de beurt geweest. Nu loopt er 'Vorstelijk verzameld', Vlaamse schilderkunst uit de vijftiende en zestiende eeuw, verzameld door de Oostenrijkse Habsburgers. Het zijn werken die sinds die tijd altijd in Wenen gehangen hebben, tegenwoordig in het 'Kunsthistorische Museum' en die nu voor het eerst weer naar Vlaanderen terugkeren.

Brugge wilde zich met deze tentoonstelling nog eens duidelijk profileren als 'bakermat van de Vlaamse primitieven', en liet op 12 oktober een bijlage bij De Standaard verschijnen, met onder andere een interview met Till-Holger Borchert, conservator van het Groeningemuseum, en uitermate onderlegd als over de 15de-eeuwse Vlaamse schilderkunst gaat. Bovendien was dat artikel fraai geïllustreerd met werken die op de tentoonstelling te zien zijn: in plaats van een kleurenfoto in de krant wil je dan de schilderijen natuurlijk wel echt zien.

En dat is de moeite, als je het mij vraagt. De tentoonstelling is thematisch geordend: je ziet portretten, genrestukken (de overvloed aan etenswaren) en landschapsschilderkunst.


Joachim Patinir: De Heilige Catharina, 1510

Die landschapsschilderkunst is in de late vijftiende eeuw en vooral in de zestiende eeuw een apart genre geworden: voordien was het landschap de achtergrond van een religieus tafereel, maar langzamerhand wordt het landschap an sich het belangrijkst. Dat kun je mooi zien op het doek van Joachim Patinir dat de mislukte terechtstelling van de Heilige Catharina voorstelt. Dat wil zeggen: aan de rechterkant zie je de miraculeuze redding van Catharina, maar het zal duidelijk zijn dat het Patinir te doen was om het landschap dat zo goed als heel het werk vult: de weinige mensen die je ziet en de geredde Catharina lijken niet zo erg belangrijk.

Die Patinir kwam eigenlijk uit het graafschap Namen, uit de plaats Bouvignes-sur-Meuse, maar is zich in Vlaanderen als schilder komen bekwamen, en mag beschouwd worden als 'Vlaamse Primitief' en als de eerste echte landschapsschilder. Hij is in 1520 in Antwerpen gestorven. Zijn verhaal doet nogal denken aan dat van Roger de la Pasture, die bekend is als Rogier van de Weyden, en die uit Doornik kwam.



Pieter Bruegel de Oude: De zelfmoord van Saul,1562

Iets gelijkaardigs zie je in 'De zelfmoord van Saul', van Pieter Bruegel. Het is echt geen groot schilderij, maar het zit vol leven, en dood in dit geval. Links zie je Koning Saul en zijn dienaar die zich op hun zwaard gestort hebben, en de reden daarvoor zie je rechts: het machtige leger van de Filistijnen dat de beslissende slag gewonnen heeft. Het doek kan een bijzonder dramatisch effect niet ontzegd worden. Volgens de bijbel zou deze Saul de eerste koning van Israël geweest zijn; zijn koningschap wordt gedateerd einde elfde eeuw v.C. Maar behalve de zelfmoord en het triomferende leger toont dit werk weer een staaltje van landschapsschilderkunst. Het landschap is zelfs zo weids dat het de mensen op de voorgrond een beetje van ondergeschikt belang maakt, zo lijkt het wel.

Als je dan echt 'landschap om het landschap' wil, moet je wachten tot in de zeventiende eeuw: dan zie je een werk van Joost de Momper de Oude, en daar speelt de mens geen rol meer in. Dan zijn we al rond 1620-1630.


Joos de Momper de Oude, Groot berglandschap, +/- 1620-1630

Enkele portretten zijn ook echt wel de moeite waarde. Eentje is van Michael Sittow, de Estse Vlaamse Primitief. Deze man is geboren in Tallinn, kwam naar Vlaanderen om de finesses van het vak echt onder de knie te krijgen - Tallinn was net als Brugge een Hanzestad - en hij heeft voor de toenmalige groten der aarde  - dat wil zeggen: van Europa - gewerkt. Van hem is een ingetogen portret van Mary Rose Tudor te zien, een zuster van Hendrik VIII. Deze schilder geeft je ook een idee van de vermaardheid van de Vlaamse Primitieven: niet alleen kwamen kunstenaars uit Doornik en Bouvinges-sur-Meuse naar Vlaanderen, maar zelfs een uit het toen zeker nog verre Estland.


Michael Sittow, Portret van Mary Rose Tudor, +/- 1514

Ten bewijze van de kwaliteit van die kunst hangt er ook een portret van de Brugse goudsmid Jan de Leeuw, gemaakt door Jan van Eyck himself. De Leeuw kijkt met vaste, zelfbewuste blik de toeschouwer vrij en vrank en recht in de ogen, hij houdt met duim en wijsvinger een ring vast, misschien als bewijs van zijn kunnen, of welstand? Arm zal hij wel niet geweest zijn: je portret laten schilderen door Van Eyck was niet voor iedereen weggelegd, hij draagt een fraai hoofddeksel, en de kraag en de mouwen van jas zijn met bont afgezet. Hij vindt zich wel iemand, deze
Jan de Leeuw, deze gegoede 'poorter' van Brugge. En dat laat hij dan ook met verve zien: een voorbeeld van bescheidenheid lijkt hij mij niet echt te zijn. Dit portret is duidelijk meer dan een pasfotootje van tegenwoordig (er zal ook veel meer tijd, moeite en vakmanschap aan besteed zijn).


Jan van Eyck: Portret van de Brugse goudsmid Jan de Leeuw, 1436

En dan hangt er nog een tweeluik van Hugo van der Goes: 'De zondeval' en 'De bewening van Christus', van omstreeks 1480. Eigenaardig schilderij is dat: Eva heeft een appel in haar linkerhand, en plukt met haar rechter al de tweede: Adam zal ook zijn deel van de schuld krijgen. Een slang zie je echter niet: die is vervangen door een vrouwelijk wezen (natuurlijk, de erfzonde is de schuld van de vrouw) maar dat wezen ziet er eerder uit als een soort van draak, compleet met staart, maar met een mensenhoofd. Dit soort verleidster had ik nooit eerder gezien, maar de kern van het verhaal en de boodschap blijft natuurlijk onveranderd.



Hugo van der Goes: De zondeval

In de vaste collectie lopen we nog even voorbij Van der Goes' 'De dood van Maria', voor het schitterende blauw en de prachtige compositie van de kleurvlakken. Ik vind het een bijzonder geslaagd werk, ik kan er niet voorbij zonder het nog eens aandachtig bekeken te hebben. Foto maken hoort er dan natuurlijk ook bij.



Hugo van der Goes: De dood van Maria (detail)

En zo hebben we gezien dat de vorsten die toen nog niet konden weten dat ze aanleiding zouden geven tot de tentoonstelling 'Vorstelijk verzameld' niet echt een slechte smaak hadden. Tenminste, dat vinden wij, of ik, er tegenwoordig van. En dat het 'Kunsthistorische Museum' in Wenen kennelijk ook de reis waard is. Maar dat is natuurlijk weer iets minder evident. Ik zou er toch eens over moeten denken.

Geen opmerkingen: