woensdag 9 augustus 2017

Chinezen in de Eerste Werldoorlog

Als je nu vertegenwoordigers van een nationaliteit niet in de Eerste Wereldoorlog verwacht, dan zullen het wel Chinezen zijn. Toch waren ook zij er, op het einde dan, vanaf 1917, bij ons in  de Westhoek en in Noord-Frankrijk. Zij waren als gastarbeiders avant la lettre door het Britse leger geronseld: ze werden niet voor de echte oorlogshandelingen gebruikt, wel als logistieke medewerkers, zoals gezegd als arbeiders. Zij werden het 'Chinese Labour Corps' genoemd, en het motto daarvan was 'Hail to the work'! Je moet niet vragen welke Chinees dat bedacht heeft. Maar daardoor heet de tentoonstelling 'Vive Labeur'. 'The British Empire' kon zich in die tijd van alles en nog wat permitteren, ook een kleine volksverhuizing organiseren van mensen van de andere kant van de wereld, die voor de rest met dit in hoofdzaak Europese conflict geen uitstaans hadden. Wie bekreunt zich daarom, moet  het Empire gedacht hebben, het zijn maar Chinezen. Hoe die zich daarbij gevoeld hebben, vertelt het verhaal niet.

In Poperinge loopt nog tot 17 september een fototentoonstelling over het leven en de bezigheden van deze Aziaten: interessant alleszins, en hij belicht een vergeten aspect van de Eerste Wereldoorlog. Je ziet ze bijvoorbeeld aan het werk bij het aanleggen van een spoorlijntje om de munitie te krijgen waar die moest zijn, en als ze er dan is, moeten de obussen natuurlijk netjes gestapeld worden.


Spoorlijntje aanleggen


Obussen stapelen

Kennelijk werkten de Chinezen geen zeven dagen op zeven: er was af en toe ook tijd voor ontspanning. Dan zie je een groep steltlopen, een traditie die ze waarschijnlijk uit hun vaderland meegebracht hebben, maar een Engelse officier heeft de regie in handen en wijst waar ze naartoe moeten. Ook tijdens hun vrije tijd waren ze niet hun eigen baas.


Gecontroleerd steltlopen

Voor alle klussen en karweien werden ze ingezet: moest er iemand begraven worden, dan droegen zij de kist. Het graf hadden ze natuurlijk ook al zelf gedolven. Op de kist die de Chinezen dragen, ligt een Union Jack: ligt daar een gewone soldaat in, of een belangrijke officier, of 'De Rode Baron'?


'Ten grave dragen'

Dat is mogelijk, maar zeker ben ik er niet van. De laatste foto is inderdaad de foto van de begrafenis van de beroemde/beruchte baron Manfred von Richthofen die in 1918 de dood vond, nadat hij zelf 80 vijandelijke vliegtuigen had neergeschoten. De Britten waren zeer beducht voor hem, maar ze hebben hem zelf in Fricourt (Noord-Franrijk) met militaire eer begraven: vier grote bloemstukken hebben ze bij zich, nogal wat mensen waren aanwezig: het respect voor deze vijand was zeer groot. In deze vuile oorlog is dit een zeldzaam bewijs van 'chivalry' zoals de Engelsen zeggen, een daad van ridderlijkheid: eventjes komt de beschaving piepen. De man helemaal rechts, met de pet op, is een Chinees: waarschijnlijk een van de grafdelvers, die nu niet meer nodig is, maar die zich niet kan bedwingen en kijkt naar wie er met enige plechtstatigheid neergelaten wordt in de kuil die hij kort geleden gegraven had (zijn schop staat nog voor de haag voor hem). Beroepstrots heet dat.


Ik ben ook betrokken, vindt de Chinees

Tot in 1920 zijn de Chinezen gebleven: na de oorlog moesten zij alles weer mee opruimen, het land een beetje fatsoeneren, en de gesneuvelden van de slagvelden halen. Leuk werk hebben ze echt niet gehad, deze mensen. Zolang de oorlog duurde, had de plaatselijke bevolking geen 'last' van hen, maar na de wapenstilstand veranderde dat: ze zagen er anders uit, hadden een totaal andere cultuur, niemand verstond hen, en zij begrepen op hun beurt geen West-Vlaams: misverstanden, fricties, conflicten en niet erg menselijke behandeling werden hun lot. Dat krijg je, als je mensen verplaatst omdat je ze alleen als goedkope werkkrachten beschouwt. Op het British Empire is vaak heel wat te zeggen, helaas.

Geen opmerkingen: