donderdag 10 augustus 2017

Frans Masereel over macht

In het Mu.ZEE van Oostende loopt weer een interessante tentoonstelling: 'Frans Masereel en hedendaagse kunst: verzet in beelden'. Tot 3 september duurt ze nog: talrijke werken van Masereel worden geconfronteerd met die van kunstenaars van nu. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik vooral naar die van de meester/houtsnijder heb gekeken: er waren er zoveel, en zoveel die ik nog nooit gezien had dat ik mijn ogen nog wel een paar uren meer de kost had kunnen geven, gesteld dat mijn concentratie op peil zou gebleven zijn, want, even eerlijk gezegd, na anderhalf uur en iets meer is mijn potje vol, en wat ik er dan nog probeer bij te stoppen en te proppen, daar heb ik eigenlijk zoveel niet meer aan.

Het zal bekend zijn dat Masereel een man was van 'Ni Dieu, ni maître', dat hij, om het eufemistisch te zeggen met macht niet hoog opliep, dat hij daar uiterst kritisch tegenover was. Dat gold voor hem voor de grote politiek, maar net zo goed voor de dagelijkse economische realiteit  en de meester-knecht-relatie. In een tekening uit 1924 zet hij dat echt goed in de verf (dit is een verkeerde uitdrukking: het is een tekening in inkt op papier). Het disproportionele hoofd van de baas domineert heel het kantoor: iedereen is braafjes en gespannen aan het werk, gelukkig zien de gezichten er niet uit, en de man en de vrouw die staan te praten, zijn zeker niet aan het flirten: zij schijnt uitleg te geven of te vragen over het vel papier dat ze vasthoudt. Streng en zonder uitdrukking van enige menselijkheid kijkt 'het hoofd' toe: geen minuut werk mag verloren gaan. Nu wil het toeval dat ik een dergelijke scene ooit live gezien heb: ik was toen 7 à 8 jaar, zat ik de tweede klas, en woensdagmiddag ging ik vader van zijn werk ophalen. Bij Brepols was dat, in wat in Turnhout toen nog echt de Papenstraat heette. En ook daar zag ik toen een 'surveillant' die alle bedienden waakzaam in het oog hield: dat is precies een klas hier, dacht ik toen, dat herinner ik me echt. En zoveel jaren later stel je vast dat Masereel dat ook al gezien had, en niet met kinderogen.


Au bureau - 1925

'Petites dactylos' is en aquarel op papier, ook uit 1924. Masereel was niet alleen een houtsnijder: hij tekende, schilderde en maakte ook aquarellen. En zo zie je meer dan alleen maar zwart-wit in zijn  werk. Je krijgt ongeveer hetzelfde als in 'Au bureau': een zeer struise kantoorchef contrasteert met de veel tengerdere kantoormeisjes. Eentje leest voor wat ze geschreven of getypt heeft, en hoopt ongetwijfeld dat haar werk goedgekeurd zal worden, de tweede staat gedwee haar beurt af te wachten, kijkt ondertussen naar buiten, naar de vrijheid: de ongelijkheid in de werkrelatie is meer dan duidelijk. Ik houd er wel van, van dit soort werk, van deze aanklachten.


Petites dactylos - 1924

In de frivolere wereld berust de macht natuurlijk ook bij de mannen: om de distinctie duidelijk te maken draagt hij hier een bolhoed, de jonge vrouwen, de meisjes zijn nauwelijks gekleed. De titels van Masereels werken zijn in het Frans, en 'Le Choix' betekent 'De keuze', maar als je ziet hoe de vrouwen gekeurd worden, het gaat om een vleeskeuring als het ware, is de correcte vertaling hier 'De keuring', als je het mij vraagt.


Le choix, of 'De keuring' - 1924

Van een jaar later is 'Josephine Baker': de aquarel komt uit 1925, het jaar dat zij voor het eerst in Parijs optrad, in de Folies Bergères. Masereel zat met zijn neus op de actualiteit, dat kun je wel zeggen. Hier zijn de verhoudingen omgekeerd: Zij trekt alles aandacht, en de mannen liggen bij wijze van spreken aan haar voeten: zij heeft hier de macht, toch voor de tijd dat ze optreedt.


Josephine Baker - 1925

Deze vier werken houden zich niet met militair geweld bezig, niet met oorlog, maar net zo goed bevatten ze scherpe kritiek op de manier waarop het 'gewone' leven georganiseerd is. En daarom zijn ze ook op en top 'Masereels'.

Geen opmerkingen: