zaterdag 17 april 2021

Zoo Antwerpen: een zeeleeuw, zeldzame huisdieren, een lerend mensje

In de Antwerpse Zoo is altijd wel iets te beleven, ook nu in coronatijden. De gebouwen zijn niet open, dus je kunt nergens naar binnen, maar buiten is er ook merkwaardig leven. Heel druk is het niet, behalve in de speeltuintjes: kinderen speels en dartel alom, en ouders die soms wel dicht bij elkaar zitten: je kunt niet iedereen onder een stolp zetten. De Zoo draait ook nog niet op volle toeren, en hier en daar en elders zijn werken aan de gang. Je kunt je ogen echter wel de kost geven. 

Aan de Egyptische tempel bijvoorbeeld, waar de olifanten thuis zijn. Het gebouw is wel afgesloten, de buitenkant is ook het bekijken waard. Op de voorgevel, van onderen aan de rechterkant, prijkt een Egyptiserende muurschildering: twee slaven laten huisdieren uit, een leeuw alsof het een hond was, en een struisvogel alsof het een braadgans was. Of dit tafereel zich ooit aan een faraonisch hof af heeft gespeeld, betwijfel ik ten zeerste: ofwel waren die oude Egyptenaren fantastische dierentemmers, ofwel hadden de schilders uit de negentiende eeuw een fantastische verbeelding. Maar het ziet er exotisch uit: de negentiende-eeuwers konden ook niet elke avond naar een natuurdocumentaire van Sir David Attenborough kijken, en hun ogen wilden ook wat!

Egyptische slaven aan de wandel met huisdieren

Eventjes verder zitten, liever zwemmen de zeeleeuwen. Je zou zeggen dat ze in hun element zijn, maar eentje kan van water niet genoeg krijgen. Een hydroholic is het! Hij drinkt onophoudelijk van een, zo lijkt het wel, eeuwigdurende  waterstraal. Het zal voor hem meer dan een frisse slok zijn, zoals voor ons een frisse pint: menselijke en dierlijke behoeften lopen soms nogal gelijk, zoogdieren onder elkaar zijn we. Die zeeleeuwen moeten binnenkort uit de Zoo verdwijnen: de dierentuin slaagt er niet in dierenwelzijn, bezoekersbeleving en bescherming van het erfgoed te verenigen. Het niet zo ruime bassin wacht nu op zeehonden. De mannetjes van die zeeleeuwen gaan niet naar de Kaspische, Dode of Rode Zee, maar naar Engeland: daar hebben ze hier of daar wel een plas waar ze kunnen floreren. De vrouwtjes gaan naar Duitsland: niet naar de Schwammelauelsee of de Bodensee, wel naar een of andere Tiergarten.

Zeeleeuw aan de borrel

Interessant voor ouders en grootouders is natuurlijk gade te slaan hoe hun nageslacht zich ontwikkelt en zijn grenzen verlegt, wat die kinderen al durven en kunnen. In onze familie hebben wij daar een prachtexemplaar voor: Vic, 4 jaar, een geboren spring-in-'t-veld, wat zeg ik: iemand die in alles tegelijkertijd zou springen. Hij valt al wel eens op zijn gezichtje, met melktandenverlies als gevolg, of een kin die overvloedig bloedt, of hij wordt op de grond geduwd met daarna de obligate geschaafde knieën. Zoals men in Turnhout zegt: 'Daar zijn ze nog niet mee aan de nief petatte!' Natuurlijk wil het ventje ook te weten komen of een carrière als koorddanser voor hem weggelegd zou zijn, en mama Dieuwertje helpt hem op een evenwichtsparcours. Eerst zeer behoedzaam: ze moet zijn handje vasthouden, en hij kijkt geconcentreerd en in alle ernst naar het dikke touw waarover hij zachtjes vooruit schuifelt.

Met steun, ernst en concentratie

Fase 2: zelfstandig, Vic zoekt met zijn twee handjes steun, schat zijn nabije toekomst en de afstand in, nog steeds vol ernst en concentratie. Hij is gewoonlijk wel een en al beweging, maar hij weet kennelijk toch wat een uitdaging is.

 Vic schat de ernstige uitdaging in

Fase 3: dat moet ik toch kunnen, heeft hij gedacht, houdt alleen met zijn linkerhand het steuntouw vast, en vordert langzaam, waarbij zijn glimlach boekdelen spreekt. Mama is nog altijd waakzaam, want zij kent hem natuurlijk ook!

Een bijna verlossende glimlach

Fase 4: als een volleerde koorddanser, met zijn armen gespreid voor het evenwicht, voorzichtig bijna weer voetje voor voetje naar boven schuivend: Vic heeft de uitdaging overwonnen, dat  beseft hij zelf ook al! Gevallen is hij niet, en hij beloont zichzelf met een brede glimlach en met het idee: 'Dat heb ik toch maar lekker gefikst!

Dat heb ik toch maar lekker gefikst!

Mama en Opa worden daar natuurlijk best blij van. Ondertussen is het toch fenomenaal welke eigenschappen van het leven in die kleine Vic samenkomen: groeien, groter worden, beter willen worden, leren wat je nog niet kunt of kent, uitdagingen aangaan en karakter tonen, alles tot een goed einde brengen, en tevredenheid over het behaalde resultaat. Een klein mensje is Vic nog, maar al wel eentje met heel wat troeven. Voor Opa Toon is het formidabel om dat alles in een korte tijd samengebald te zien: au fond is er hoop voor de mensheid, denk ik dan, want er zijn miljoenen van zulke kleine ukken!!

Geen opmerkingen: