Lievevrouwebedstro
Rond dit bloemetje bestaan ook een aantal legenden. Over de kleur van de bloemen bijvoorbeeld. Toen Maria zou baren, had zij de kribbe al klaarstaan, en al gedekt met kruiden en wat hooi. En toen het Jezuskind daarin gelegd werd, en begon te krijten, begon dat bedstro ineens te bloeien. Het plantje werd daarvoor bedankt en het mocht zijn verdere leven gouden (witte) bloemen dragen. Hoe die kribbe in de stal in Bethlehem geraakt is, vertelt deze legende niet. Legenden mogen best wat wonderlijks hebben, dat verhoogt hun magische geloofwaardigheid.
Een andere verklaring van de naam is dat Anna, de moeder van Maria, de kleine Maria toch zo moeilijk in slaap kreeg. Anna liep door de velden en zag plots een bedstroplantje staan. Ze nam dat bloempje en een aantal andere mee, en thuis bleek, alles verwelkt te zijn, maar ook heerlijk te geuren. Dat zakje bedstro legde Anna als een soort matras onder Maria, die vanaf dan sliep als een roos. En ook vanaf dan heette het plantje lievevrouwebedstro. Si non è vero, è ben trowato.
Die twee verhaaltjes heb ik van Wikipedia, die heb ik niet zelf bedacht. Maar mooi en stichtend zijn ze wel.
Jan, ontdekker van het lievevrouwebedstro in Wechelderzande. Hij wordt in die buurt nog een beroemd plantkundige, met de naam Johannes Monacus. En geloof dat maar, want ik heb het voorspeld. 't Zou me verbazen als dat ooit niet waar zou blijken te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten