dinsdag 31 maart 2009

Certaldo - alle dagen: Dat was gheselschap goet ende fijn


De groep ruggelings. Eva en Francine ontbreken, en de fotograaf is ook niet echt zichtbaar


En face


Annie en Dieuwertje: bijna vijftig jaar verschil, en toch even jong

Waar kunnen we nog beter zijn, vroeg ik me in vorige tekst retorisch af. Veel meer ter zake is de vraag: 'Met wie kunnen we nog beter zijn?' Ik heb het al eens kort gehad over groepsvorming en versterking van het 'wij-gevoel': de groep is sterk, en kennelijk ervaren we ook een eigen identiteit in onze kleine gemeenschap: liefde voor Italië en het Italiaans bindt ons, we kennen elkaar al een tijdje, het is lang niet meer de eerste reis. Ik had mijn jongste dochter, Dieuwertje, als begeleider meegenomen: zij kende de groep niet, en de groep haar niet, maar ze werd er zonder problemen in opgenomen, en zij draaide met volle plezier en engagement mee. Complimenten aan haar adres waren dan ook niet uit de lucht: ik had een lieve dochter, ik kon er trots op zijn, zij ook op zichzelf, en de groep natuurlijk ook, de medereizigers waren allemaal even vriendelijk, voorkomend en goed gehumeurd.

De stemming zat er onmiddellijk en automatisch in: op reis in Italië, op vakantie, uitstekend weer, en dat alles met mensen die we meer dan zeer goed kunnen lijden.
Tijdens ons tweede avondmaal komen reisverhalen van vroeger opborrelen, we horen wat vrouwelijke toeristen allemaal niet mogen in islamitische landen, ik merk op dat de situatie in Italië begin van de jaren 70 erg verwant was: vrouwen in short en blote armen kwamen er toen ook geen kerk in. En we praten verder over godsdienst, proberen onze cathechismusvragen van 50 jaar geleden op te zeggen: 'Waar is God?', Wanneer moet men bidden?', 'Wie mag er dopen en wanneer' passeren de revue. De herinnering is niet meer altijd even scherp, en we besluiten dat we een beetje met 'alzheimer light' te maken hebben. De 'Tien Geboden' declameren lukt ons nog, een 'Akte van berouw' gaat helaas de mist in, maar we hebben er geen spijt van: zo zijn we dan ook niet (meer). Assisi komt aan bod, we zijn het erover eens dat daar toch een zeer positieve sfeer in de lucht hangt: hulpvaardigheid en dienstbaarheid, positieve instelling en mildheid zijn ons opgevallen. Wij worden zeer ernstig: misschien ligt het aan de wijn? Hoewel, dat is een eerder ordinaire gedachte. Wij onder invloed van wijn? Dat ik het durf te schrijven, laat staan nog maar te denken!

Muizende katten miauwen niet, zoals wij allemaal weten: wanneer we daadwerkelijk aan het eten zijn, horen we niet al te luide muziek uit de boxen over ons neerdalen: Yann Tiersen, de componist van de filmmuziek bij 'La fabuleux destin d'Amélie Poulenc', een streepje Paolo Conti, en Andrea Botticelli, zoals ik hem in een opstoot van alzheimer light noemde. Diens 'Mama' bracht Heintje Simons dan weer in herinnering, onze muzikale talenten werden aangesproken en Marleen, die sinds kort weer op zangles zit, graag zingt (van 's ochtends vroeg al, zoals ik als haar buurman tot mijn plezier vaststelde), wel die Marleen van voor de betrekkelijke bijzinnen hief tot ons aller vreugde die 'Mama' aan, ik zette 'Non ho l'età' in, voor mensen van rond de 60 een onverbiddelijke hit, en de stemming steeg en het niveau bleef hoog, wat uitermate prettig is om mee te maken. We hebben van het samenzijn genoten. Heel bijzonder was het, dat mee te kunnen maken.

Verscheidenen van ons hebben via gsm contact met het thuisfront, en wij vernemen dat het in België ijselijk weer is: regen, hagel en sneeuw, lage temperaturen. Om de stemming optimaal te houden wijzen we Ulrike aan om ons in ons busje om het kwartier te herinneren aan de weersomstandigheden in het verre vaderland: haar tussenkomsten klinken als 'In België is het snertweer', 'Het is er zeer koud', 'Hagelstenen als duiveneieren zo groot'. Iemand voegt eraan toe 'dat aan de zee de algemene dooi ingetreden is', en telkens schateren we het uit. Onbeschaamd geven wij ons remmeloos over aan 'leedvermaak', Schadenfreude' in het Duits. Het Frans en het Engels hebben het over 'joie maligne' of 'malicious pleasure', veel minder handzame termen dan die van ons, ware Germanen. Of zou het mogelijk iets over ons zeggen?

Wat ik maar wil zeggen: dat was gheselschap goet ende fijn. Dat was? Dat is, zal ik bedoelen: ook elke dinsdagmiddag in de les bij Michele.

Geen opmerkingen: