maandag 2 maart 2009
Vlaamse wandtapijten
Lucas schildert Maria
De slag bij Zana: Hannibals olifanten in paniek
De aankomst van Vasco da Gama in Calcutta: de boodschapper krijgt een brief
Sint-Michaël doodt de draak
Wat ik toch ook nog zeker wilde zien, was de tentoonstelling van de Vlaamse wandtapijten in Gent, in de Sint-Pietersabdij. eind november stond er een bon voor een gratis toegangsticket in 'De Standaard': daar moet je dus gebruik van maken, tenminste als dergelijke zaken je interesseren. Topwerken van eigen volk, daar mag je niet echt 'neen' tegen zeggen. In de krant stond ook dat je beter op weekdagen van het gratis ticket gebruik kon maken om zo lange rijen op zondagen te vermijden. Wij - ik en mijn twee jongste dochters - gingen wel op een zondag, en die lange rijen en het urenlang aanschuiven vielen best mee. Van overrompelende drukte was helemaal geen sprake: de tentoonstelling liep tenslotte al meer dan drie maanden.
Imposante naam heeft het evenement alleszins: 'Vlaamse wandtapijten voor de Bourgondische hertogen, Keizer Karel en en Koning Filips II', zo al duidelijk makend dat het om een periode van zeker twee eeuwen gaat. En de tentoonstelling is even imposant en indrukwekkend als zijn naam doet vermoeden: 34 toptapijten uit de verzameling van het Spaanse hof, allemaal vervaardigd in Vlaanderen, waar Brussel toen nog zonder problemen toe behoorde. Al heette dat deel van de Zuidelijk Nederlanden toen ook Brabant.
Je begint bij de Bourgondiërs, die toen onze meesters waren. Zij gebruikten deze wandtapijten als zeer tastbare symbolen van hun macht en rijkdom. En dat ze duur waren: alleen de allersteenrijksten, de zeeëndieprijksten konden zich dergelijke luxe veroorloven. Bovendien makkelijk mee te nemen naar andere pleisterplaatsen dan het eigen hof: opscheppen en intimideren was op die manier in die tijd zeer mobiel. Overigens: schilderijen en beeldhouwwerken waren toentertijd veel minder waard.
De Bourgondiërs lieten zich inspireren door de mythologie van de oudheid, wendden zich tot 'De geschiedenis van Thebe', lieten een tapijt maken over de strijd tussen Eteokles en Polyneikes, of stelden hun hemel veilig met devotietapijten, die kleiner van omvang waren, maar voor schilderijen zouden ze zeer groot zijn. En die 'kleinere' werken zijn zeer overtuigend: er is een 'Lucas schildert Maria', geïnspireerd op en doek van Rogier van der Weyden. Maar het is in feite een spiegelbeeld: op het tapijt zit Lucas links, Maria rechts, bij Van der Weyden is het net omgekeerd.
Echt reusachtige 'lappen' - als ik me dit oneerbiedige woord mag permitteren - zijn de twee tapijten die 'De verovering van Tunis' door Karel V voorstellen. Samen zijn ze '8 + 8 = 16 m' breed, en ze tonen een panoramisch beeld van de slag, de stad op de achtergrond, de ontwerper van de tapijten - Jan Vermeyen - die op een heuveltje het gebeuren staat te schilderen: hij is de garantie voor de waarheid want hij was er zelf bij. Willem Pannemans uit Brussel heeft de tapijten dan naar Vermeyens ontwerpen vervaardigd. Je staat er een beetje verbluft bij: hoe hebben ze dat ooit zo 'natuurgetrouw' kunnen maken, met de juiste kleuren op de juiste plaatsen? Tenslotte gaat het om geweven tapijten, toch weerbarstiger materiaal dan kleuren op een schilderij. Het is ongelooflijk onvoorstelbaar: kunstenaars moeten die lui geweest zijn!
Heel erg levendig is 'de slag bij Zana', waar Scipio Africanus Hannibal en zijn olifanten smadelijk verslaat en zo een einde maakt aan de Tweede Punische Oorlog. Het werk is weer een opdracht van Karel V, die zich graag spiegelde aan deze Romeinse veldheer. Hij versloeg Hannibal met list: in plaats van uit schrik te gaan lopen voor de olifanten, liet hij zijn leger op alle mogelijke manieren kabaal, herrie en lawaai maken, de olifanten sloegen in paniek en vertrappelden op hun ongecontroleerde vlucht de eigen manschappen. Door deze list en overwinning heeft Scipio zijn bijnaam 'Africanus' gekregen vertelt de audio guide ons. Het is die stormachtige paniekvlucht die met zo een levendigheid en natuurlijkheid in beeld ge- bracht wordt, dat je bewondering voor de kunstenaars nog stijgt. De woede en angst is van de olifantenkoppen af te lezen, het is net echt! Overwhelming, zeggen de Engelsen, overweldigend wij. Wat voor een uitwerking moet dat wel niet gehad hebben op mensen van de zestiende eeuw! Een oorlog winnen tegen een vreemd volk dat vecht met kolossale dieren die zelf in paniek slaan. Niet zo vreemd, zei Karel V, ik ben de moderne Scipio: pr was toen nog lang geen term natuurlijk, maar als verschijnsel bestond wel degelijk. Het is allemaal machtig mooi, majestatisch, zoals het kennelijk duidelijk bedoeld was.
Ook erg mooi is 'De aankomst van Vasco da Gama in Calcutta'. Je ziet de koning van Calcutta die een brief voor Da Gama aan een boodschapper overhandigt (hij heeft eenvoudigere kleren aan), de drie schepen in de haven, een sloep volgeladen met struisvogels (exotische dieren), en kooi met een tijger, alles even levendig en natuurlijk.
Johanna van Castilië (de Waanzinnige)liet een tapijt maken waarop Sint-Michaël de zevenkoppige draak doodt.In de rechterbovenhoek staat op een heuveltje het Lam Gods: dat wilde ik ook fotograferen, wat eigenlijk niet mocht, en vanaf de tweede verdieping kon een suppoost in deze zaal op de eerste verdieping binnenkijken: hij zag me bezig en stond in een paar seconden naast me. Resultaat: deze laatste foto heb ik van hem moeten wissen: het Lam Gods geslacht als het ware. Fotograferen was inderdaad niet toegelaten: de catalogi (€ 34.95) moesten natuurlijk ook verkopen, waarschijnlijk met lam. Maar laat ik daar maar niet te neerbuigend over doen: deze tentoonstelling heeft allicht handenvol geld gekost, en als dat voor een deel met een prachtige catalogus terugverdiend kan worden, tja, daar is niets mis mee.
Sint-Pietersplein
Het was wel veertig jaar geleden dat ik nog eens op het Sint-Pietersplein was geweest, vlak bij de Blandijnberg, waar ik in de tweede helft van de jaren 60 student was. De faculteit 'Letteren en Wijsbegeerte' staat erbij als vanouds, daar is aan de buitenkant nauwelijks iets aan veranderd, maar het Sint-Pietersplein ziet er nu heel wat frisser uit: een ondergrondse parkeergarage, het plein zelf keurig heraangelegd. Ik stel vast dat ik voor de kerk en de oude abdij veel meer belangstelling heb dan toen ik 20 of daaromtrent was: we liepen daar vroeger redelijk achteloos voorbij, nu is het mijn aandacht meer dan waard. 'Cinéma Léopold', die alleen seksfims draaide is verdwenen: tv en dvd hebben die totaal overbodig gemaakt, of de Gentenaar is preutser geworden, of de oude snoepende mannekes - hét publiek van de 'Leopol' - is uitgestorven of komt anderszins aan zijn trekken. Belangrijke sociologische verschuivingen hebben plaatsgehad!
We gaan voorbij Van de Veldes boekentoren - mijn dochters vinden er maar niets aan - en verder in de Sint-Pietersnieuwstraat blijkt het studentenrrestaurant 'De Brug' er ook nog altijd te zijn: 25 frank voor een warme maaltijd in 1965 en later! Belangrijke financiële verschuivingen hebben plaatsgehad.
We eindigen in een drankgelegenheid: 'Backstage', heet ze. Ze ligt in de gebouwen van de vroegere Gentse krant en uitgeverij 'Vooruit': belangrijke verschuivingen in de media hebben plaatsgehad. Panta rhei, ook tegenwoordig nog in Gent.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten