woensdag 11 maart 2009

Het Terracotta Leger van Xi'an


Regelt het verkeer in de onderwereld


Paard en verzorger


Zittende stalknecht


Sereen met de keizer mee


Kleinvee: mondvoorraad

Voor topcultuurevenementen moet je wel eens de deur uit: vorige zondag Gent voor de Vlaamse Wandtapijten, een week later naar de andere kant van het koninkrijk, naar Maaseik voor het Terracotta Leger van Xi'an: wanneer China naar ons komt, moet je je niet laten pramen, en die kunst van het Oosten en het verleden gaan bekijken. De tentoonstelling staat opgesteld in de ontwijde Minderbroederskerk van Maaseik. Hoewel, niet zo ontwijd door deze gelegenheid: het gaat immers om het leven na de dood.

Het is een hit, deze expo: on line reserveren, je krijgt een toegangsuur (kwart voor één voor ons), tussen nadarhekken sta ik met mijn goede vrienden Herman en Mien, of eerder zij met mij, op ons uur te wachten, je mag dan binnen, iedereen krijgt een audio guide, en de verwondering en bewondering kan beginnen. Maar zo simpel is het niet: de kerk is werkelijk 'overcrowded', met een rolstoel is er moeilijk doorkomen aan: Herman moet scherp uitkijken om niemand van de sokken te rijden, laat staan gehandicapten bij te maken. Vele bezoekers staan stokstijf naar hun audio gids te luisteren en bewegen niet: het is een kolossaal succes, de massa lijkt zo statisch als de beelden zelf. Niet helemaal natuurlijk.

In het eerste deel van de ruimte zijn allerlei voorwerpen te zien die keizers mee in hun graf namen om zich van een aangenaam leven hiernamaals te verzekeren: prachtige voorwerpen van terracotta, jade, goud en brons. Heel erg opvallend zijn de beelden van een zwaan en een kraanvogel, subliem gewoon. Zij komen van de West-Han-dynastie, en zijn jonger dan de terracotta beelden van de krijgers uit de vroegere Qin-dynastie.

De stichter van deze dynastie, en meteen de eerste keizer van China, was Qin Shi Huang Di 259-210 v.C.). Hij bracht heel China onder zijn gezag, was een gedreven maatschappijbouwer en hervormer; hij stond ook aan de oorsprong van de bouw van de Chinese Muur. Hij heeft dat allemaal voor mekaar gebracht in een leven van 49 jaar: voorwaar geen kleine jongen, deze Qin. En dat wist hij zelf ook, en dat imago wilde hij bestendigen na zijn dood. 700.000 dwangarbeiders liet hij een mausoleum bouwen waar de farao's jaloers op geweest zouden zijn. Hoewel, hun piramiden en graven zijn ook niet niets. Beiden zochten zij een oplossing voor het leven na de dood: de mens blijft voor een groot deel dezelfde: de Egyptenaar van 15 eeuwen v.C. en de Chinees van 12 eeuwen later blijken door dezelfde diepe wens bezield geïnspireerd te zijn, allebei wilden ze het leven niet zomaar loslaten. Maar Qin zocht het onder de grond, letterlijk in de onderwereld. In 1974 werd het Leger toevallig ontdekt, sindsdien zijn 1.000 soldaten opgegraven, er liggen er nog 6.000 die wachten op hun verrijzenis. Ook Qins arbeiders en concubines werden levend mee begraven. Asjeblief, faut le faire!

In het achterste deel zie je ze dus, de 14 beelden van krijgers, ambtenaren, knechten en en paard. Ze zijn zoals de Vlaamse Wandtapijten: indrukwekkend, overweldigend, prachtig, bovendien mooi opgesteld op een podium van ca. 1,30 m hoog, zodat je we naar ze op moet kijken, in alle betekenissen van het woord, met raffinement belicht. De beelden wegen ca. 300 kilo en zijn gemiddeld 1,86 m hoog: majestatisch moet dat geweest zijn voor de mens die toen veel kleiner van gestalte was, en voor Aziaten die waarschijnlijk nog kleiner waren. Er zijn dus massa's beelden gemaakt, en toch is het geen serieproductie geworden: ieder heeft zijn eigen uiterlijk, is een duidelijk te onderscheiden individu. Levensecht zijn ze, natuurlijk ook, vind ik, gemaakt met veel liefde voor het detail. Je kunt rond dat podium gaan, de beelden van alle kanten bekijken, en foto's maken naar hartenlust. Het paard, de nederige stalknecht of de belangrijke ambtenaar: in dit mausoleum zijn ze allemaal met evenveel aandacht en toewijding geschapen. Op die manier zijn ze in de dood gelijk. Maar daar zal Keizer Qin een ander idee over gehad hebben, vrees ik.

Je vergaapt je gewoon aan de precisie, ik vraag me of hoe onmetelijk rijk die keizers wel gewest moeten zijn, hoe weinig zijn onderdanen gehad zullen hebben. Dat zegt de tentoonstelling er niet expliciet bij, maar hij toont het eigenlijk toch.

1 opmerking:

Karl zei

Inderdaad prachtig! Ik heb er van genoten.
het beste
Karl