zaterdag 21 november 2009

De ploeger - aflevering 2


Adriaan Roland Holst

Jean-Marie Dedecker en Herman van Rompuy hebben samen gezorgd voor een plotse, maar hevige opstoot in de belangstelling voor Adriaan Roland Holst en zijn Ploeger, zoveel is vandaag wel duidelijk geworden. Op de nieuwwsite van de VRT is een filmpje te vinden waarin wijlen Koning Boudewijn, in zijn uniform van luitenant-generaal, het gedicht staat voor te dragen tijdens een eerder statige plechtigheid: 'ik vraag geen oogst; ik heb geen schuren' en 'ik ben rijk in dit' hoor je hem declameren, waarop Van Rompuy vlot antwoord 'dat ik de ploeg van uw woord mag besturen'. Roland Holst is in België dus begonnen als hofleverancier, zomaar ineens. En nu is hij present bij de 'Eerste President van Europa'. Die titel is geen bewijs van bescheidenheid, maar het gedicht gaat over dienstbaarheid, en dat maakt alles goed.

En wat lees ik in De Standaard van vandaag? Dat het lezen, of voordragen van het gedicht zeker geen toeval was: de volledige tekst staat volgens de krant al drie jaar op de website van Van Rompuy. Dedecker zal daar ook wel eens in grasduinen, hij heeft - of een van zijn medewerkers - dat vers zien staan en gedacht: daar doe ik iets mee. En natuurlijk kon de nieuwe president vlot uit het blote hoofd antwoorden dat hij geen oogst vraagt. Zo kun je tenminste toch een beetje zeker zijn dat de poëtische oprisping in het parlement geen opgezet spel was, wat je met een iets of wat slecht karakter toch wel geneigd was te denken. En Dedeecker spijkert kennelijk niet elke politieke tegenstander na een yuko of een ippon genadeloos op de tatami: hij kan ook best stijl hebben en uitstralen. Daar moet wel bij gezegd worden dat Dedecker wat verholen kritiek binnensmokkelde: geen halmlen meer zien, geen volle schoven binden. Waarop Van Rompuy dan antwoordt met 'Ik vraag geen oogst; ik heb geen volle schuren'. Jean-Marie had toen geen tekst meer, natuurlijk.

De Standaard weet ook te vertellen wanneer Boudewijn die verzen voorgedragen heeft: in 1959 toen hij de Grote Prijs der Nederlandse Letteren uitreikte aan Adriaan Roland Holst, wat had je gedacht? Dat broer Albert eerder in de week niet aan iets dergelijks gedacht heeft toen hij Cees Nooteboom diezelfde prijs overhandigde. De naam zal zeker niet poëtisch genoeg geweest zijn. Roland Holst is als naam zo dubbel als
van Saksen Coburg Gotha. Een deeltje meer wel: het zal duidelijk zijn wie de baas hoort te zijn.

1 opmerking:

tessa vermeiren zei

Dag Toon,

Wij waren begin oktober nog in Bergen (NH) en groetten het standbeeld van Adriaan of Janie Roland Holst vlakbij het kerkje in Bergen Binnen. We dronken een aperitiefje in café De Zuilen waar zijn geschilderd portret hangt, op zijn vaste stek naast de kachel, die er nog steeds staat. In dat kleine kunstenaarsdorp was Janie vooral bekend als de vrouwenzot, een onverzadigbare rokkenjager. Hij is er dan ook aan gestorven, aan zijn wilde seksleven.
Mijn lievelingsgedicht van hem is Zwerversliefde. Hoe vaak zal hij niet tegen vrouwen hebben gezegd "Laten wij maar niet het hoge woord van liefde spreken..."
Tot weldra,
Tessa