Om te zeilen heb je wind nodig, maar van het goede te veel is ook niet goed, je wilt niet naar de haaien geblazen worden, en dus bedenken we voor deze stormachtige dag alternatieven: nog eens naar Middelburg bijvoorbeeld - je kunt er gaan shoppen - of naar Vlissingen, de stad bekijken en het maritieme museum bezoeken. 'MuZEEum' heet dat, met dezelfde woordspeling als het 'Muzee' in Oostende.
Een aantal van ons kiest voor Vlissingen: eerst met de bus er naartoe, later op de dag met de trein weer terug: die transportmiddelen zijn windbestendig. Het muZEEum is ons eerste doel: het is volledig gewijd aan de zee en de scheepvaart in Zeeland, van vroeger tot nu. En dat is natuurlijk een behoorlijk indrukwekkend verhaal, dat geïllusteerd wordt met tal van objecten, maquettes van oude en moderne schepen, zeeschilderijen en een portret van Michiel de Ruyter. Om die man kun je in Vlissingen niet heen: de admiraal uit de zeventiende eeuw is een zoon van de stad, en dat zijn ze daar niet vergeten. Elders in de stad, op het Keizersbolwerk, staat trouwens zijn standbeeld.
Michiel de Ruyter: Vlissingens nationale zeeheld
Als je het museum binnengaat, net voorbij de toegangshal, zie je meteen een wand van meer of minder verroeste stalen platen: dat zijn de resten van een redelijk recent wrak dat uit de Scheldemonding is bovengehaald. Zo wordt de bezoeker onmiddellijk duidelijk gemaakt dat de zee geeft, maar net zo goed neemt. Het is niet allemaal euforie en uittoeteren van nationaal heldendom hier, wat ik overigens best kan appreciëren.
De zee geeft, de zee neemt
En dan die maquettes: tjalken met zijzwaarden, een zeventiende-eeuws zeilschip, zo eentje waarover Michiel de Ruyter nog het bevel gevoerd kan hebben, een modern containerschip: de wereld van de scheepsbouw heeft natuurlijk ook niet stil gestaan.
Zeventiende-eeuws zeilschip
Zonder veel franje: modern containerschip
Ook de stad en haar huizen komen worden onder de aandacht gebracht: mooi zijn een aantal zeventiende-eeuwse gevelstenen die de naam van de huizen droegen: 'In de vergulde passer' is uit 1639, 'In de papeghai' uit 1626.
In de papeghai, 1626
Het 'muZeeum' is ondergebracht in een stadpaleisje uit 1641, het Lampsinshuis, en dat heeft natuurlijk een torentje. Van daaruit heb je een prachtig gezicht over Walcheren en de Scheldemonding: althans bij open weer. Ik heb alleen veel grijsheid gezien, hemel en rivier bijna monochroom. Maar dat heeft ook wel iets, moet ik zeggen.
Scheldemonding: tinten van grijs en groen
De kers op de taart is vandaag een wandeling op de Scheldedijk: letterlijk uitwaaien is dat, lekker en veilig de elementen voelen. Je vraagt je meteen ook wel af hoe bedreigend en angstaanjagend zulk weer een paar eeuwen terug moet geweest zijn. Het verschrikkelijkst was allicht de watersnood van 1953: op sommige huizen zie je nog merktekens van het peil van het water toen. Hoog staan die 'strepen', ontzagwekkend hoog. Zo zullen ze ons niet meer hebben, dachten de Nederlanders toen, ze sloegen de hand aan de ploeg en begonnen met de Deltawerken. En die zijn even ontzagwekkend.
En morgen gaan we varen, de wind zal geluwd zijn, hopen we dan maar.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Een Zeilvakantie in Kroatie is ook prachtig! wij hebben het vorig jaar op deze website geboekt. een echte aanrader!
Een reactie posten