Als je het muZEEum in Vlissingen gezien hebt, loop je nog even de museum shop binnen: wat zou daar aan interessants liggen? Niet dat ik een doorgewinterde zeeman ben, wel integendeel, en maquettes van de maquettes wilde in ook niet dadelijk meenemen, maar je weet maar nooit. En inderdaad, er liggen ook wat boeken, en daarbij het scheepsjournaal van Willem Bontekoe. Het is uitgegeven in de reeks 'Salamander Klassiek' (uitgeverij Athenaeum - Polak & Van Gennep, 5de druk 2007) en hertaald door Thomas Rosenboom, die al eens vaker bewezen heeft dat hij kan schrijven. Ik herinner me dat uit dat journaal een uittreksel stond in onze bloemlezing (De Gouden Poort - ik heb het nu over 1964), maar enige klassikale aandacht werd er niet aan besteed: wij waren en zijn Vlaamse landrotten, geen nazaten van Tromp en De Ruyter. Maar ik koop het wel: het is passende lectuur op een zeilvakantie.
De moderne, hertaalde uitgave
Het werd voor het eerst gepubliceerd in 1646, en de titel was toen 'Iovrnael ofte Gedenckwaerdighe beschrijvinge vande Oost-Indische Reyse' van Willem IJsbrandszoon Bontekoe uit Hoorn. Bontekoe heeft het daarin over een reis die hij maakte tijdens de jaren 1618 - 1625: hij was dus zo'n zeven jaar van huis weg. Reizen was toen nog een hachelijke onderneming, zeker naar wat toen de uithoeken van de wereld waren. Het is niet voor niets dat het Engelse werkwoord 'to travel' zijn oorsprong vindt in het Franse 'travailler' (maar dat was al in de middeleeuwen gebeurd).
De eerste uitgave uit 1646
Het werk werd het beroemdste reisverhaal uit de zeventiende eeuw: heel veel hadden de mensen nog niet gereisd, en als er dan over geschreven werd, wilden de geletterden dat natuurlijk met veel belangstelling lezen: avonturen en ontberingen in een onbekende wereld, in dienst van de jonge republiek die nog altijd in oorlog was met Spanje! Ik kan me voorstellen dat zo een geschrift niet anders dan succes gehad moet hebben. Het Journaal heeft dan ook meer dan 70 herdrukken gehad, en het is in Nederland altijd populair gebleven: hertalingen tot op de dag van heden.
'Het Journaal' vertelt gewoon de reis van Bontekoe, op een eerder zakelijke wijze: grote literatuur is het niet echt, wel een zeer interessant document. Hij vertrekt op 28 december 1618 in Hoorn (zijn schip heet 'Nieuw Hoorn') met 206 bemanningsleden. Door een onvoorzichtigheid breekt er aan boord brand uit: heel erg, want de 'Nieuw Hoorn' vervoerde ook 360 vaten buskruit, de brand wordt slecht geblust, flakkert weer op, bereikt het buskruit en het schip explodeert. Na de ramp zijn er in totaal nog 72 overlevenden. Die bereiken in een sloep, in hachelijke omstandigheden, Java. Bontekoe krijgt een ander schip en moet naar de Zuid-Chinese Zee: hij moest de handelsbetrekkingen met China aanhalen, en desnoods met geweld de Spanjaarden op de Filipijnen het leven zuur maken. De Tachtigjarige Oorlog naar in Zuid-Oost Azië geëxporteerd! Iets dergelijks hebben de westerlingen nog wel eens gepresteerd. In november 1625 vertrekt Bontekoe weer naar Holland en Hoorn, als schipper van de 'Hollandia'. Als godvrezend man, en aanhanger van de nieuwe, hervormde godsdienst, schrijft hij heel het werk door zijn goede fortuin toe aan God, die hem altijd beschermd heeft.
Willem IJsbrandszoon Bontekoe als gevestigd burger
Uit deze hertaling van Rosenboom toch eventjes een citaat (pp. 129 - 130):
'Ik had mij voorgenomen om met de eerste gelegenheid naar Holland terug te keren - iedere vogel is graag daar waar hij is uitgebroed, zegt het spreekwoord, en ik wist nu uit eigen ervaring hoe waar dat was. Immers, welke prachtige landen, kusten of rijken men ook bezeilt en aanschouwt, welke omstandigheden, voordelen en vermakelijkheden men ook geniet, het zou alleen maar pijn doen als we niet meer de hoop konden koesteren dat alles ééns te kunnen navertellen in ons vaderland; want het is alleen deze hoop die ons reizen tot 'reizen' maakt; zonder die hoop zou er niet veel verschil zijn tussen reizen en ballingschap.'
Geen grote literatuur, 'Het Journaal' zei ik. Maar Bontekoe heeft tenminste over zichzelf, zijn situatie en die van zijn mensen of de mens tout court nagedacht: zonder thuiskomen is er aan een reis niet veel aan. En de hoop die hij voortdurend koestert, bewijst de onzekere afloop van toen: je begon wel aan iets, maar het einde bleef meer dan eens zoek. Tegenwoordig zijn we vrij zeker dat we terugkomen, reizen is voor ons niet langer werken, dat is al een tijdje geleden. En thuis vertellen we inderdaad over wat we gezien en beleefd hebben, dat is een deel van de genoegens van de reis. Je kunt dat vandaag zelfs via een blog doen: Bontekoe was niet echt dom, zowat 350 jaar geleden.
'Het lezen waard 'Het journaal', voor zeilers en landrotten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten