zondag 10 augustus 2014

Poperinge: Sint-Bertinuskerk, biechtstoel en preekstoel

In Poperinge wilde ik ook eens gaan kijken, want daar staat het Talbot House. Nu is de stad niet zo groot: zo'n 20.000 inwoners, waarvan er meer dan 13.000 in Poperinge zelf wonen, de andere in de deelgemeenten. Toch word je verrast als je de plek binnenrijdt: het eerste wat je ziet is een behoorlijk indrukwekkende kerk, de Sint-Bertinuskerk. Overigens heeft de stad er zo nog twee om u tegen te zeggen: de Sint-Jans- en de Onze Lieve-Vrouwkerk; alle drie zijn het voorbeelden van kustgotiek.


De Sint-Bertinuskerk

De kerk is gebouwd in de vijftiende eeuw, de toren pas helemaal afgewerkt in de achttiende. Ondertussen had ze de beeldenstorm over zich heen gekregen: die was overigens losgebarsten in Hondschoote, een stadje vlak bij Poperinge, nu net over de 'schreve' in Frankrijk. Het moet er zeer gewelddadig en uiterst vernielzuchtig aan toe gegaan zijn, met de woeste furie van de eerste echte ontketende rebellen tegen de Spaanse overheersers. Van het originele kerkmeubilair en de beelden en schilderijen is niets overgebleven. Maar na de overwinning van de contrareformatie is dat met bekwame ijver verholpen.

Er staat een prachtige barokke biechtstoel uit het einde van de zeventiende, begin van de achttiende eeuw. In de begijnhofkerk van Hoogstraten zijn er ook twee mooie in dezelfde stijl en uit dezelfde tijd, maar die van Poperinge is een de van mooiste die ik ooit gezien heb: hij is bijzonder groot, kosten noch moeite schijnen gespaard te zijn om de zegenrijke kracht van de oude godsdienst te illustreren en de kerkgangers hun plaats in de wereld in te boezemen.


De indrukwekkende biechtstoel

Het is een prachtig voorbeeld van beeldhouwwerk en houtsnijkunst. Om te beginnen vallen de vier beelden op: uiterst links en rechts staan twee engelen, in het midden Sint-Pieter en Maria Magdalena met een doodshoofd in haar armen; overigens staan ze in Hoogstraten allebei ook zo afgebeeld, maar hier heeft Petrus geen sleutels bij zich. De schedel is dan weer het symbool van boete en inkeer. Boven de stoel van de biechtvader hangt een duif, de Heilige Geest, die zijn genade en inspiratie in de geestelijke uitstort, opdat hij rechtvaardig zou oordelen en straffen. Helemaal van boven bekroont een borstbeeld van Christus het geheel. Op barokke wijze is de rest van de façade versierd met levendig houtsnijwerk: het kan niet op! In een lijstje naast de biechtstoel legt een tekstje uit met welk gevoelen men te biecht hoort te gaan, en wat de beelden betekenen: 'De mens moet meewerken en zijn zonden belijden (engelen wijzen de weg) en ze betreuren (de wenende Petrus en Maria Magdalena)'. Zo verneem je nog eens iets.

Een ander prachtig artefact is de preekstoel, nog barokker dan de biechtstoel. Hij is uit 1710 en komt van het klooster van de dominicanen uit  Brugge, maar pas in de negentiende eeuw kocht de kerk hem van een Brugse timmerman. Drie heilige domicanen schragen de preekstoel: Hyacinthus Odrowac van Krakau, een Pool, Dominicus van Guzman, de stichter van de orde, en Thomas van Aquino, voor mij de bekendste van de drie.


De preekstoel


Drie belangrijke dominicaanse heiligen als dragende figuren


Dominicus van Guzman

De stichter staat natuurlijk in het midden: hij leefde wel vijf eeuwen voor dit beeld gemaakt werd, maar hij staat er in alle barokke heerlijkheid zijn geloof te propageren. Hij houdt een prachtige monstrans in zijn rechterhand, met een penning van de gekruisigde Christus in het midden, en centraal op zijn bovenkleed stelt een stralende zon het licht van de roomse godsdienst voor. Het gezicht in die zon doet mij dan wel aan het mannetje in de maan denken, maar in 1710 was dat voor de mensen allicht anders. Met deze preekstoel hebben de Brugse dominicanen een zeer nadrukkelijke hulde aan hun orde en zichzelf gebracht en de onomstotelijke waarheid van het katholieke geloof geponeerd. Ik kan mij niet van het gevoelen ontdoen de dat beeldhouwers hun werk met veel plezier gepresteerd hebben.

De achterkant van zo'n preekstoel is niet zo belangrijk, zou je denken, maar daar is bij wijze van spreken evenveel tijd en moeite in gestopt. Twee heiligen vrouwen bewaken beneden de trappen, en de buitenzijde van de trapleuning is een bas-reliëf met links en rechts een leeuwenkop, putti of kleine engeltjes en de nodige paternosters. Tijd dat die makers gehad moeten hebben, en lonen die nooit erg hoog gelegen kunnen hebben.;; Maar het levert wel iets werkelijk kunstigs op.


De trapleuning

Eigenlijk komt dit uit een tijd die Wannes van de Velde in een lied benoemt als 'toen was de kerk om goed te zijn nog veel te sterk'. Goed dat die toestand ondertussen veranderd is, maar even goed dat je de getuigenissen van die tijd nog kunt bekijken!

1 opmerking:

Sanna zei

Er is nog 1 beeldje bewaard gebleven tijdens de beeldenstorm.
Het kleine beeldje kan je vinden aan de kant van het Vroonhof, in een kleine nis.

Groetjes!