In Sint-Idesbald, nog een deelgemeente van Koksijde, moet je niet voor een kerk zijn, maar voor het Paul Delvaux Museum. De schilder had in 1969 een huis in het Walburgapark in Veurne gekocht, maar zijn museum staat in Sint-Idesbald. En daar is de 'grootste verzameling ter wereld' van zijn werken te zien.
Dat zijn niet alleen de doeken waarmee hij bekend is geworden - stations en treinen, naakte vrouwen met grote ogen, skeletten - je kunt de schilder van in het begin van zijn loopbaan volgen, toen hij zichzelf en zijn eigen vormentaal nog moest zoeken. Uit 1921 hangen er twee schilderijen die je niet zo direct aan hem zou toeschrijven: een 'Tafereel uit de voorstad', en een 'Laan in het woud'. Het eerste doet mij nogal denken aan Rik Wouters, die trouwens ook in die voorstad gewerkt heeft: Bosvoorde zal dat waarschijnlijk zijn. Van Wouters heb ik in ieder geval werken gezien die daar erg verwant mee zijn, en die Delvaux geïnspireerd kunnen hebben.
Paul Delvaux, Tafereel uit de voorstad
De 'Laan in het bos' herinnert dan weer aan het werk van een man dat ik rond Nieuwjaar in het Fin de Siècle Museum heb gezien: 'De oude haagbeukdreef in Tervuren' uit 1871 van Hippolyte Boulenger. Deze schilder ging terug naar de natuur, en is een voorvertegenwoordiger van plein-airisme. Delvaux kende kennelijk zijn kunstgeschiedenis wel.
Laan in het woud
Een 'Vrouwelijk naakt' uit 1930 zou dan weer door Permeke geschilderd kunnen zijn; overigens laten nog wel meer Delvaux's uit zijn beginjaren de duidelijke invloed van de Vlaamse expressionist zien. Vooraleer hij zijn eigen idioom en thema had gevonden, heeft hij behoorlijk wat gezocht en geëxperimenteerd: zijn evolutie is in dit museum mooi zichtbaar.
Vrouwelijk naakt, 1930
Een tekening potlood op papier) uit 1930 is wel heel speciaal: ze heet 'Portret van Tam', en in de rechterbenedenhoek kun je de opdracht lezen: 'A Anne-Marie'. Voluit heette ze Anne-Marie De Martelaere: ze was zijn eerste liefde en zijn tweede vrouw. Rond 1930 verzette de moeder van Delvaux zich hevig tegen deze relatie, en hij trouwde dan maar met iemand anders. In 1947 kwam ontmoette hij haar toevallig (?) weer in Sint-Idesbald, de vonk moet opnieuw overgeslagen zijn en ze zijn uiteindelijk getrouwd in 1952, meer dan twintig jaar na de tekening. Romantisch verhaaltje bij een eerder streng portret. Grote ogen heeft Tam al wel, maar dat is misschien 'hineindinterpretieren'.
Portret van Tam
De doeken waar Delvaux echt bekend geworden is, hangen er natuurlijk ook. 'Het bosstation' is daar een voorbeeld van. Wat daarop afgebeeld wordt, past niet in de gewone realiteit, het staat ernaast, of erboven, en is daarom 'surreëel' of surrealistisch. Maar dit surrealisme is van een heel andere aard dan dat van Magritte bijvoorbeeld: dat komt me vaak als (be)dreigend over, als zwaar beladen, terwijl Delvaux eerder bevreemdend is, raadselachtig, maar niet zo zwaar op de hand. Enfin, dat vind ik.
Een bosstation is in se een onmogelijke zaak, en hier zie je er dan nog een met drie sporen! Waarmee kunnen die verbinding geven? Twee meisjes op de voorgrond staan het aan te kijken, nieuwsgierig, maar niet uit hun lood geslagen. De locomotief in het midden stoot nog een rookpluim uit, maar verder beweegt er niets: de wereld is tot stilstand gekomen, de takken van de bomen waaien ook niet naar links of rechts, wind is er evenmin! Leeg, eerder koud, statisch en raadselachtig is de wereld van Delvaux: veel vreugde is er niet te beleven, maar aantrekkelijk is het wel.
Het bosstation
'Het koor' is even bevreemdend: de halfnaakte dames zijn verder in het blauw gekleed - een koude kleur! - ze hebben gesloten of geloken ogen. Of ze met elkaar contact hebben, is nog maar zeer de vraag. Nog door de achtergrond en de tempel zou je dit tafereel situeren in de Griekse Oudheid, maar tussen de twee vrouwengroepen ligt dan weer een dame in een belle époque-jurk omhoog te staren, eventjes boven haar staat een andere vrouw in het wit te praten met een filosoof, tenminste hij zou dat kunnen zijn. Zij zoekt allicht antwoorden op haar - en onze - vragen. Alles blijft echter stil en afstandelijk, een momentopname van wat niet kan zijn. Zeer speciaal allemaal.
Het koor
Helemaal puzzelen wordt het met 'Hommage aan Jules Verne': professor Otto Lidenbrock (exact geschilderd zoals in een gravure in de eerste uitgave van 'Naar het middelpunt der aarde') onderzoekt een stuk rots of een grote schelp, terwijl in de vreemde omgeving waarin hij wetenschapper staat te zijn, heel wat anders en interessants te zien is, zoals de oude man rechts heel goed weet. Ik geloof niet dat het hier om een 'hommage' gaat. Ironie van Delvaux lijkt me meer aannemelijk.
Hommage aan Jules Verne
Het Delvaux Museum is echt de moeite waard, en druk is het er niet. De dag dat ik er was, schenen meer mensen dat te weten. Ze zullen ook genoten hebben, denk ik.
Borstbeeld van Paul Delvaux in het Walburgapark in Veurne
woensdag 6 augustus 2014
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
een bezoek aan dat museum staat al jaren op mijn programma en om een of andere reden komt het er maar niet van
groeten
anni c
Een reactie posten