vrijdag 15 mei 2015

Natuur aan zee

Al meer dan dertig jaar geleden heb ik mijn hart verpand aan de Ardennen, meer bepaald aan Malmedy en omstreken, en dat is nog altijd zo. Maar de laatste jaren is een ander deel van het land ook mijn interesse gaan wegdragen: West-Vlaanderen en de kuststreek. In 'le plat pays' kun je met een scootmobiel ook veel beter uit de voeten, als ik me die uitdrukking mag permitteren, en de provincie heeft veel geschiedenis en natuur te bieden.

Aan de kust zie je bijvoorbeeld planten die in het binnenland niet voorkomen: een prachtig voorbeeld daarvan is de lamsoor, wat op zijn minst een eigenaardige naam is, allicht ontstaan door de gelijkenis met het oor van het jonge schaap. Maar hij wordt ook zeeaster genoemd, en in de Zwinvlakte, waar de plant  overvloedig aanwezig is, heet hij ook wel zwinnebloem. De bloem staat nochtans op de 'Rode-Lijstsoorten van de Belgische Flora', en die betreft zeldzame, bedreigde en zelfs uitgestorven soorten. Zeldzaam lijkt de lamsoor mij toch niet echt te zijn: ook in het natuurgebied 'Ysermonde', aan de rechteroever van de IJzer in Nieuwpoort kleurt hij de vlakte purper. Een mooi gezicht is dat, zowel aan onze oost- als westkust.


 In het purperen Zwin


Lamsoor dichterbij

Geel is de andere kleur die in de Zwinvlakte opvalt: daar zorgt het Jacobskruiskruid voor: dat komt voor op dijken en in duinen, en is vrij algemeen in heel Europa.


Jacobskruiskruid

Een plantje dat ik begin april in Wenduine is een klein bos ontdekt heb, is de kleine winterpostelein. Via FaceBook en een onderlegde kennis ben ik aan de naam gekomen, want in mijn 'Nieuwe Plantengids' is hij niet te vinden. Het is een eigenaardig plantje: eerder klein, natuurlijk dan ook kleine bloempjes, en die lijken wel door het blad te groeien. Maar dat is niet zo: dat groene blad zijn twee rond de stengel samengegroeide blaadjes, en het witte bloempje heeft dus niets geperforeerd. Het plantje komt uit Amerika, en wordt ook wel Indiaanse of Amerikaanse sla genoemd: het is eetbaar, en wordt wel vaker gebruikt in salades. In Nieuwpoort groeit hij ook in groten getale langs de drukke weg naar De Panne, en daar heb ik er een paar van opgeknabbeld, maar kleine winterpostelein uit een bosje zonder uitlaatgassen zal allicht gezonder zijn.


Kleine winterpostelein

Nog in Nieuwpoort, vlak bij de vuurtoren, in de duinen dicht bij de zee: iets waarvan ik dacht dat het een vetplantje zou kunnen zijn,  maar dat wel in mijn  Natuurgids staat: zeepostelein. Het groeit laag bij de grond, bloempjes had het begin mei nog niet, die komen in juni-juli. Weer eentje dat op de Belgische Rode Lijst staat, maar dat daar toch niet echt zeldzaam was.


Zeepostelein

Wat ook eigenaardig en typisch is: ik had het woord 'postelein' nog nooit gehoord, vond het zelfs een beetje raar. Maar binnen de drie weken kwam ik dan toch twee plantjes met die naam tegen. Dat is zo'n verschijnsel dat wanneer je een nieuwe auto koopt, plots veel meer auto's van datzelfde merk ziet rijden: je let er gewoon meer op. Geldt dus ook voor kleine plantjes.

Over het woord 'postelein' zelf: dat is gevormd van 'porselein' (een groente), en dat komt via het Oudfranse 'porcelaine' van het Italiaanse 'porcellana'. Volgens Van Dale komt 'postelein' sinds 1659 (eerse bewijsplaats) in het Nederlands voor.
Zo kom ik van de lamsoor in het Zwin tot Van Dale in mijn  eigen bibliotheek, van plant- naar taalkunde.Maar we weten al langer dat alles met elkaar verbonden is. . .

Geen opmerkingen: