maandag 24 mei 2021

Een Mariabeeld op de Grote Markt

Zowat alle dagen rijd ik al scootmobielend de Gasthuisstraat in. Op de hoek met de Grote Markt trekt al geruime tijd een Mariabeeld mijn aandacht. Maar daarover later. Ik heb nog foto's van die hoek, uit 'Turnhout in oude prentkaarten', door Raymond Peeters, stadsarchivaris van Turnhout. Het werk is uitgegeven in 1972. 

De eerste foto dateert van omstreeks 1880: een huisje met een trapgevel op de hoek, waar het vocht al duidelijk schijnt ingetrokken te zijn. Links aan de gevel van het hoekhuisje vermoed ik een beeld, maar wat het voorstelt, daar ben ik niet zeker van. Hetzelfde vocht en afbladderende verf zie je aan de pui van het oude stadhuis: die ziet er ook niet al te fris uit. Kasseien op de markt maken het plaatje compleet. De foto ademt de sfeer uit van een onbeduidend provinciestadje, zou ik zeggen. In het jonge koninkrijk België moest de Kempen nog bij de tijd gebracht worden, het was een ondergeschoven gebied, later nog romantisch bezongen als 'In de stille Kempen', een cliché dat tot op vandaag voortleeft. Maar zo zag het centrum van Turnhout eruit 140 jaar geleden: niet echt aantrekkelijk, als ik eerlijk ben.

Gedeeltelijk zicht op de Grote Markt, omstreeks 1880

Op de volgende foto (omstreeks 1900) is het huisje met de trapgevel verdwenen en vervangen door een gebouw met een verdieping: het wordt iets moderner. Onder de dakrand zijn de namen te lezen van het echtpaar dat er een boekhandel uitbaatte: Beersmans-Pleeck. Onder de vensters kun je lezen: 'Boek en Papier Handel'. Aan de hoek van het huis is een beeld te zien, en dat is mogelijk datgene dat er nu nog hangt, maar erg duidelijk is dat niet. Overigens is in mijn herinnering dat de plaats waar de 'Marvan' gevestigd was. Ondertussen is de bestrating kennelijk ook onder handen genomen: ze ziet er in ieder geval schoner uit dan 25 jaar eerder.

'Turnhout Grande Place' staat op de prentkaart - Boekhandel Beersmans-Pleeck

Tegenwoordig is het 'Stadscafé' er gevestigd, en het gebouw heeft na 1900 de nodige veranderingen ondergaan. Mooi wit is het nu, het raam dat uitgeeft op de markt vraagt al meer dan enkele weken een kelner - de vorige zal waarschijnlijk door de coronacrisis afgehaakt hebben - en op de hoek prijkt het Mariabeeld. Grappig is dat je twee meter boven haar 'Duvel' kunt lezen: dit is geen kerk, en de horeca moet ook leven!

Het stadscafé, met Mariabeeld en 'Duvel'

Het ging me dus over het beschilderde Mariabeeld: het is de Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart. In 1926 (95 jaar geleden!) werd het gewijd door kardinaal Van Roey; gewijd, niet ingewijd, het hing er waarschijnlijk al vroeger.

Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart

Het beeld zelf is niet eens lelijk: geen druipromantische bijna huilende Maria, wel iemand met een serene gezichtsuitdrukking die het kindeke Jezus op haar linkerarm houdt, en hem met haar linkerhand beschermt tegen een mogelijke val, zoals eender welke moeder zou doen, ze is ook maar een mens. Maar hier niet meer een moedermens zoals iedereen: ze draagt een kroon, en ze is rijkelijk gekleed, in het blauw natuurlijk. Het kind Jezus heeft in zijn linkerhandje een wereldbol met kruis, met zijn rechter geeft hij zijn zegen 'Urbi et orbi', voor Turnhout en de wereld in dit geval. Boven het 'afdakje' een  beeld van de sterrenhemel: God is zoals we weten overal, 'en op alle plaatsen', heette dat vroeger in de cathechismus.

Maria en het Kind: met de obligate christelijke symboliek

Maria staat op wat ik interpreteer als de wereldzeeën, de blauwe oceanen, die samengehouden worden door een grote schelp. God is alomtegenwoordig, niet alleen in de hoogste verten van het universum, maar ook in de meest onbereikbare diepten van de zeeën. Links zie je echter dat de verf al af begint te bladderen: enig onderhoud zal binnenkort nodig zijn.

De afbladderende wereldzeeën

Of de wereld beter wordt van zo'n beeld? Allicht niet. Maar mij intrigeerde het, en telkens als ik er voorbijreed, probeerde ik te weten te komen wat de voorstelling inhield; tot ik op een ochtend, wanneer het beeld de zon vangt, mijn fototoestel genomen heb, om Onze Lieve Vrouw van het Heilig Hart op de gevoelige plaat te leggen, en ze thuis eens goed te bekijken: voor mij is het beeld letterlijk een bezienswaardigheid. Het is geen topstuk van de Vlaamse Gemeenschap, maar ook met dergelijke artefacten dient met zorg omgegaan te worden.

Met dank aan Paul Thijs, die mij informatie bezorgde met een fragment 'uit een boekje over de lievevrouwkens in Turnhout', zoals hij dat noemde.

Geen opmerkingen: