woensdag 22 september 2021

Tom Liekens: 'Sauvage' in De Bijl (Zoersel)

Van Tom Liekens had ik al eens een tijdje geleden enige weken gezien ik het Jakob Smits Museum: etsen of houtgravures die mij wel intrigeerden, maar die ik moeilijk kon duiden. Nu er in Zoersel een tentoonstelling van hem liep onder de titel  'Sauvage', ben ik nog eens gaan kijken: een bijzondere wereld opent zich voor je. Volgens een bladzijde uitleg, die je bij het binnenkomen van de tentoonstelling mee kan nemen, geeft Liekens in 'Sauvage' uitdrukking aan het dierlijke in de mens en het humane in dieren. 

In de zaal wordt je aandacht onmiddellijk getrokken door een groot schilderij dat voor je aan de verste muur hangt: 'Fisherman's Friend' heet het. Vijf vissers tonen wat ze uit de zee gehaald hebben: allerlei vis waarvan ik de namen niet ken, maar het zijn wel exemplaren om u tegen te zeggen. Met meer dan gepaste trots laten de vijf hun vangst zien: kijk eens aan wat wij alweer gevangen hebben! Aan de Noordzee lijkt dit tafereel zich niet af te spelen: het doet mijn door de kleding van de vijf mannen eerder aan de Verenigde Staten denken. Een reiger op de voorgrond laat zien dat hij ook kan jagen: een kikker hangt uit zijn bek. En een behoorlijk aantal meeuwen proberen ook hun grantje mee te pikken, als ik die uitdrukking hier mag gebruiken. Dieren jagen ook op hun eten, maar ze vissen de zeeën niet leeg.

Fisherman's friend

Af en toe refereert Liekens aan de kunstgeschiedenis: de rog op de foto doet mijn meteen aan die van Ensor denken: daar krijg je binnenpretjes van.

De rog van Ensor geciteerd

Een spottend werk: The Congo Room, de kamer van een teruggekeerde oud-koloniaal: denk ik dan; ik kan me niet indenken dat een Congolees zo zijn huis inricht. Maar die koloniaal wil natuurlijk zoveel mogelijk herinneringen aan zijn gelukkige tijd in Afrika, toen hij de baas was en de leden van de plaatselijke bevolking als knipmessen voor hem bogen, en leerden wat dienstbaarheid en uitbuiting betekenden. De blanke was echter sentimenteel en zag liefst  zoveel mogelijk couleur locale in zijn dagelijkse omgeving. Dieren, of overschatten van dieren, zijn daarvoor het geëigende middel: een uitgespreide tijgervacht als vloerkleed, fauteuils met dezelfde huid bekleed, boven de schouw een kop van een forse neushoorn, daartegenover de kop van een frisse gnoe. Twee uit de kluiten gewassen slagtanden van een olifant bewaken de schouw, en ze flankeren een opgezette olifantenvoet, waarop je in glazen kommen rommel kan bewaren. Als degradatie van het grootste landdier kan het er mee door, net zoals het vloerkleed de tijger alle kracht ontneemt: wie loopt er ooit kwansuis over een levende tijger, die toch een te duchten roofdier is. Er zijn veel soorten kitsch, maar dit is er toch een summum van. Ondertussen spreekt de verkrachting van de natuur van die dieren boekdelen! Ik hou er wel van. Overigens: bij ons, in de Ardennen onder andere, kun je ook wel fraai opgezette hertenkoppen in interieurs zien: die bewijzen dan ook wat en excellente jager de bewoner van het pand is. Met recht een reden zijn die schutters zo trots als lekke gieters. Maar meer nog als het over echte dieren in Afrika gaat. De beschaving in al haar facetten hebben we daar gebracht, en daar zijn wij dan weer fier over. Hoewel, de laatste tijd iets minder.



 The Congo Room

Geen opmerkingen: