maandag 5 mei 2008

Brussel '58



Standaard Luik is dit jaar na 25 jaar onderbreking op nieuw nationaal voetbalkampioen, de inflatie rijst de pan uit, Brussel-Halle-Vilvoorde blijft een heikel probleem: dat alles weet op dit ogenblik iedereen in België. Maar in het nieuws zijn het allemaal maar details: wat er te weten is dezer dagen en maanden is de vijftigste verjaardag van Expo, met berichten erover, duiding, prullaria, een gerestaureerd Atomium, en veel nostalgie dienaangaande. Of misschien wel met een poging om je in die tijd te verplaatsen en hem proberen te begrijpen.

Ik vond 58 een bijzonder jaar, veel herinneringen hangen er aan vast, juist door die Expo. Op 17 april van dat jaar werd hij geopend, maar de eerste steenlegging presteerde de jonge, toen nog ongetrouwde Koning Boudewijn (le roi triste) al in 1955. Dan moeten de plannen toen al ongeveer volledig uitgetekend geweest zijn, denk je verder. En het eerste ontstaan van die plannen nog vroeger. En inderdaad, gisteren het Atomium bezoekend, verneem ik dat de Brussels burgemeester Joseph Van De Meulebroeck (1944 - 1955) als eerste met die dromen rondliep, op het einde van de jaren 40 al. Ergens in Woluwe zou de wereldtentoonstelling plaatsvinden, in '55 of '56. Het is 58 geworden, op de Heizel.

Van die Van De Meulebroeck had ik nog nooit gehoord, daar was ik toen te jong voor. Hij schijnt een fatsoenlijke Vlaamse naam te hebben, maar voor een autochtoon oor ontbreekt er een 'natuurlijke' 'n' voor de 'broeck', en Joseph wijst ook nogal duidelijk op enige verfransing. Zijn opvolger, Lucien Cooremans, herinner ik nog goed als Nederlandsonkundig. De expo was een franskiljonse bedoening, leer je naderhand.

Overigens was het organiseren van wereldtentoonstellingen een nationale traditie, om niet te zeggen een nationale hobby. Op wikipedia vind je een lijst van wereldtentoonstellingen in Nederland en België, van het jaar 1883 tot 1958. In Nederland zijn er twee geweest, telkens in Amsterdam, in 1883 en 1913, in België hebben er dus twaalf plaats gehad, in Brussel, Antwerpen, Gent en Luik. Die van Antwerpen 1930 en Brussel 1935 zijn nog niet helemaal vergeten.

Maar 1958 Frans of Nederlands, wat vroeger de 'Brusselse olievlek' heette en nu B-H-V, dat deed er toentertijd officieel niet toe. Wat ik wel belangrijk vind, waar ik met enige trots en bewondering op terugkijk, is dat het land kort na de bevrijding in '44 en de wapenstilstand in '45 niet bij de pakken ging zitten, daarentegen de handen uit de mouwen stak en aan de ploeg sloeg, en kennelijk met geloof en optimisme aan de wederopbouw begon, en daarbij ook nog onmiddellijk een grote kers op de taart wilde: de economie moest aangezwengeld worden, investeerders van overal gelokt, een grote visitekaart moest wereld getoond worden, dus nog eens een wereldtentoonstelling. En dat lukte, zoals gebleken is. Toegegeven, allemaal of voornamelijk in het Frans, maar de restauratie van' la Belgique à papa' is niet meer uit de verf gekomen. Het Noorden des lands werd zelfbewuster, welvarender, assertiever ook, minder plooibaar ook grimmiger.

Het pronkstuk van Expo 58 is ongetwijfeld het Atomium: inmiddels is het tot een nationaal monument uitgegroeid, je associeert het gebouw dadelijk met België, Brussel en Expo 58. Na 58 stond het interieur van de gewaagde constructie in de loop der tijden langzaam ter verkommeren, het werd een beetje aftands en onderkomen, en de bollen hadden hun zilverglans in 2005 al lang verloren. Maar vorig jaar eindelijk werd de restauratie voltooid: en nu glimt het Atomium als vanouds. Ik weet het al staan van in 58, heb er toentertijd vlak bij gestaan, maar ik was er nooit binnen geweest. In 58 waarschijnlijk wegens te duur voor de portemonnee van een eenverdiener, en naderhand, ja, hoe loopt zoiets? Maar gisteren heb ik ons nationaal monument dus bezocht, samen met mijn drie dochters. Als gehandicapte mag je er zelfs gratis in, wat terecht is, want wie echt niet uit zijn rolstoel kan komen en rechtop gaan staan, of toch nog een beetje lopen, heeft aan zo'n bezoek niets. Met de in 1958 snelste lift ter wereld ga je in 22 seconden van de eerste naar de bovenste bol, zo'n 100 meter hoog. Je krijgt een weids panorama, je ziet Mini Europa echt heel mini zijn, je herkent het Koning Boudewijnstadion, de basiliek van Koekelberg, de kerk van Laken, maar om scherp in de verte te kijken hing er nog te veel nevel in de lucht. Maar warm was het er wel, in de bovenste bol. Vader had het nogal eens over de 'bollenwinkel' als hij het monument bedoelde. Dat woord heeft hij waarschijnlijk gehaald uit het volkse lied over 'de dochter van Marie Planché, van voren bollenwinkel en van acht'ren staminee'. Die tekst ken ik verder niet, maar het zou me niet verbazen als die eerder van dubbelzinnige inhoud getuigt. Altijd een grapjas geweest, vader.

Mijn kinderen zien Expovoorwerpen, maar kopen niets, tenzij ansichtkaarten. Ze vinden de mokken wel iets hebben, en de badges, maar de mini mini-atomiumpjes zijn stinkend duur: ze zetten de prijzentraditie van 58 voort. We zoeven omlaag, naar ons vertrekpunt op de begane grond. Van daar kunnen we met de roltrap nog vier bollen gaan bekijken, maar je wordt wel gewaarschuwd: er zijn ook 80 treden omhoog en 186 omlaag te stijgen en te dalen. Maar ik doe, zonder rolstoel, ik kan dat wel aan, denk ik. En je komt op een roltrap in een van de buizen, lekker warm alweer, en een mooi gezicht in feite, maar in de bollen valt het een beetje tegen: paneeltjes over de wereldtentoonstelling, maar weinig echte wetenschap te ontdekken. Je kunt niet alles hebben.

Lichamelijk heb ik het ook overleefd: wel moe natuurlijk, en dat voelde ik wel tot 's avonds laat, maar vandaag is die pijn al lang geleden. En ik ben na vijftig jaar eindelijk in het Atomium geweest: ik heb een vaderlandse en historische plicht volbracht. Voldaan kijk ik dus terug op een welbestede dag.

Geen opmerkingen: