woensdag 2 juli 2008
Perugia
De Christus uit 1236
De buitenboordkansel van de Duomo San Lorenzo
De Fontana Maggiore
Rome in Etrurië: de Via Appia en de acquedotta
Vandaag, dinsdag, trekken we naar Perugia, waar we met Jef Nys en zijn zus May afgesproken hebben, aan de 'Fontana Maggiore, op de 'Piazza IV Novembre', vlak voor de kathedraal van San Lorenzo, pal in het centrum van de stad. Op dat zelfde plein ook nog het 'Palazzo dei Priori', en daarnaast, op de Corso Vanucci (De Meir van Perugia) de 'Galleria Nazionale dell' Umbria'. Je kijkt je ogen de kassen uit: wat hier allemaal bij elkaar staat, ongelooflijk!
Maar je komt er niet zomaar: je parkeert op de 'Parcheggio Partigiani', op de gelijkvloerde verdieping van Perugia zeg maar, en dan kun je via een systeem van roltrappen, een eindje stappen en gewone trappen op weg naar het centrum. Je passeert via de 'Piazza Italia' en dan loop je de corso Vanucci in, en die brengt je right in the middle of town, proprio sulla piazza principale. En dan weet je al lang: dit is niet het Italiaanse 'Schoonbroek'. Ook mooi, daar niet van, vooral het retabel van sint Job, maar veel veel kleiner. Perugia heeft meer dan 150.000 inwoners, is de hoofdplaats van de regione (bij ons en provincie) Umbrië, Is in feite een zeer oude Etruskische stad, heeft achtereenvolgens Romeinen, Goten, Ostrogoten (remember Theodorik), en Longobarden en Byzantijnen over zich heen gehad, hoorde tot 1860 tot de pauselijke staten, en is toen in het eengemaakte Italië opgenomen. In de middeleeuwen voortdurend oorlogen met rivaal Assisi, de vijand verslagen, de buur overvleugeld (ondanks Franciscus zullen we maar zeggen)en nu tot een zeer levendig en kennelijk voorspoedig regionaal centrum uitgegroeid: een kleine grootstad als het ware, zoiets als Gent bij ons.
Het weer zit niet echt mee: behoorlijk wat wind, de regen valt dapper, de zegen komt rijkelijk van boven, dus in eerste instantie gaan we de 'Galleria nazionale' binnen: er loopt een kennelijk belangrijke tentoonstelling, gewijd aan Pintoricchio, die mij tot dan onbekend was, maar als vroege vijftiende-eeuwse renaissance schilder in zij n land zeker niet onbelangrijk was en is. Ik denk aan Dirk Bouts en Hugo van der goes bij ons: zeer degelijke subtoppers, als ik dat zo oneerbiedig mag uitdrukken. Rolstoelfanaat en begeleider mogen gratis binnen, Noortje en ik sparen € 24 uit en ik rol me dus onbezwaard richting kunst. Hij kan inderdaad schilderen, deze Pintoricchio, maar ik zie veel van hetzelfde: 'Annunciazioni' (zeer vaak 'De boodschap aan Maria') of andere religieuze onderwerpen: heiligen met een gouden halo, wat zo typisch is voor de Italianen. Mijn dochter vindt het niet echt spannend, en trekt zich terug in 'De vliegeraar' van Khalid Hosseini. In de permanente collectie zien we nog een mooi houten beeld van een gekruisigde Christus uit 1236: een suppoost komt me naderhand zeggen de fotograferen 'vietato' is: gelukkig wil hij de put niet dempen.
Na deze artistieke uitspanning maken we een wandeling: we trekken een eind op langs de 'Via Appia'. Caesar en zijn legioenen hebben we niet ontmoet: die waren al meer dan 2.000 jaar vroeger op weg naar Gallië, in feite een seconde in de geschiedenis van het universum: net gemist dus, en digitaal ook niet meer te bekijken. Pech, pech, pech! Een Romeinse aquaduct (acquedotta), loopt naast die Via Appia, en doe doet zijn werk uitstekend: gelukkig voor hem regent het bij beekjes. Jef en May leiden ons nog door de onderaardse gangen in de buurt van Parcheggio Partigiani, we zien nog een Etruskische poort: best indrukwekkend allemaal.
Aan de kathedraal van San Lorenzo is ook nog iets zeer speciaals de te zien: een zijmuur daarvan flankeert de Piazza IV Novembre, het centrale stadsplein, en in die muur is een preekstoel, een kansel gebouwd. Zo kon de priester, of de podestà, zonder de kerk te verlaten, toch vanuit de hoogte, goed zichtbaar en hoorbaar voor het samengestroomde volk, die massa toespreken in uitstekende omstandigheden, en zonder veel gevaar voor het eigen hachje. Slim bedacht. Ook zeer mooi op het plein is de 'Fontana Maggiore': zij komt al uit het einde van de dertiende eeuw, en is het werk van de gebroeders Pisano, een naam die ik ooit vroeger heb ontmoet.
Wat ook leuk is: als je er op de middag met zijn vieren wijn gaat drinken, krijg je er zo veel snacks bij dat je een maaltijd uitspaart. Je betaalt dan iets meer voor de wijn, maar een kniesoor die enzoverder.
Na twee dagen Assisi is Perugia zeer werelds: helemaal niet onaangenaam vind ik dat.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten