Vlaamse Primitieven heb ik in Louvre-Lens niet gezien, maar dat wil niet zeggen dat er geen uitstekende voorbeelden zijn van kunst van het christendom, van 'kerstinede', zoals de middeleeuwer Europa ook wel noemde. Geen grote doeken dus, wel pareltjes van kleinere kunstwerken. Een juweeltje is zeker 'Triptiek: taferelen uit het leven van de Maagd', in olifantivoor, met sporen van polychromie; het komt uit Parijs, en is te dateren tussen 1315-1335. Ik word er bijna lyrisch van, van dit gebeeldhouwd Mariaverhaal.
Triptiek: taferelen uit het leven van de Maagd, Parijs, 1315-1335
Dit ivoren drieluik is natuurlijk niet zo groot: bijna 28 cm hoog, dichtgeklapt 9,2 cm breed, opengeklapt dus bijna 18.5 cm: het heeft een handzaam formaat, zodat je het overal in huis kon zetten, en zelfs mee op reis nemen. Want ik veronderstel dat de lui die zich zo'n object van verering konden permitteren, af en toe ook wel eens van huis moesten: ik denk aan diplomaten, gezanten van vorsten, leden van de hogere clerus. Opmerkelijk ook dat reeds in de veertiende, en zelfs dertiende eeuw, in Europa ivoor bewerkt werd: de aanvoer ervan schijnt na de vierde kruistocht (1203-04) geen groot probleem meer geweest te zijn, al moet het toentertijd toch om een zeer exclusief materiaal gegaan hebben.
Op die kleine oppervlakte is zowat heel Maria's levensverhaal uitgebeeld, of uitgesneden. Links onderaan zie je de geboorte van Christus, met os en ezel, toen al!, centraal de drie koningen, rechts de opdracht in de tempel; centraal op het tweede niveau de dood en graflegging van Maria, centraal boven haar kroning in de hemel. Wat ik er zo groots aan vind, is dat alles zo gedetailleerd en levendig is weergegeven: de kunstenaar moet een nauwgezet en zeer geduldig man geweest zijn, en vooral barstend van talent en metier. Voor mij is deze triptiek een onbetwist meesterwerk!
Even kunstzinnig is een deel van een retabel uit Bourgondië, ook uit de veertiende eeuw, waarin Maria de centrale plaats inneemt tussen de twaalf apostelen. Het werk geeft blijk van dezelfde liefde voor het detail als de 'Triptiek'. Beide werken zijn mooie schoolvoorbeelden van gotische kunst: er spreekt een enorm vakmanschap uit.
Een fragment van een Antwerps retabel uit het begin van de zestiende eeuw toont dan weer 'De bewening van Christus'. Op de tweede rij keert Johannes zijn hoofd af, hij kan het kennelijk niet aanzien; Maria heeft zich van rouw in haar kleren verborgen terwijl zij de levenloze arm van haar zoon vasthoudt, zich zo blijkbaar overtuigend van zijn dood. Van de twee andere figuren is zijn de wanhoopt en de radeloosheid af te scheppen. Zeer expressief is het tafereel: een topstuk alweer.
De bewening van Christus, Antwerpen, 1500-1520
Alleen al voor deze drie kleine artefacten is het bezoek aan Louvre-Lens zeer aanbevelenswaardig. Als je bedenkt dat al het tentoongestelde uit de depots van het grote Louvre komt, wordt duidelijk dat daar ongelooflijk veel bij elkaar zit: onvoorstelbaar rijk moet dat museum zijn. Geen slecht idee is het daarom om die rijkdom met enige afwisseling in het noorden van Frankrijk toegankelijk te maken: je valt van de ene verbazing in de andere bewondering!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten