dinsdag 17 juli 2018

Zillebeke: poëziewandeling 'Ode aan de War Poets'

Vanaf de uitkijkbrug heb je een mooi uitzicht op de landartinstallatie van Koen Vanmechelen. Daar begint ook een wandeling waarop je
op verscheidene plaatsen oorlogspoëzie kunt horen: niet van de 'war poets zelf', maar van de Vlaamse dichter Willie Verhegghe. Hij citeert geen verzen of gedichten van die oorlogsdichters, maar probeert zich in hen in te leven, en hen vanuit dat standpunt te eren met eigen gedichten. Zo hoor en lees je odes aan Wilfred Owen, John McCrae en Käthe Kollwitz.

Laat ik een paar teksten citeren. Uit 'Wilfred Owen - Als een door kogels stervend kind':

                     Dood is hij, weet ik. Owen's adem sterft
                     in boeken...

                     En toch: ik zie, hoor, ruik hem,
                     alsof hij aan mijn tafel zit te schrijven,
                     rustig, met mooie zachte handen...

                     Laat mij als een wolf om hem huilen,
                     help mij de modder uit zijn ogen wrijven
                     en sta naast me bij zijn graf
                     waarin hij voor eeuwig ligt te wenen.
                     Als een door kogels stervend kind.


Die Wilfred Owen (1893-1918) is een van de bekendste war poets. Vaak wordt van hem geciteerd het gedicht 'Dulce et decorum est pro patria mori', waarin hij het effect van een gifaanval beschrijft, en  de gruwel en het ontzaglijke lijden door de oorlog oproept en aan de kaak stelt. Het eindigt met de volgende verzen:

'My friend, you would not tell with such high zest / To children ardent for some desperate glory / The old Lie: Dulce et decorum est / Pro patria mori.'

In de vertaling van Tom Lanoye wordt dat:

Mijn vriend, nooit meer verkocht u, trots en manifest, / Aan jongens die dorsten naar wat vergeefse glorie / Uw Oude Leugen: Dulce et decorum est / Pro patria mori.'

Dat 'Dulce est...' is een citaat van de Romeinse dichter Horatius, die overigens een vriend was van Keizer Augustus: hij zal wel geweten hebben waarom hij het schreef. De betekenis ervan is: 'het is zoet en goed (of: eervol) te sterven voor het vaderland.' Overigens heeft Owen de oorlog niet overleefd: hij is gesneuveld in Frankrijk op 4 november 1918, precies een week voor de wapenstilstand.



Wilfred Owen (1893 - 1918)

Ook, aan John McCrae wijdt Verhegghe een gedicht: 'Ieper, in Flanders Fields heet het. En hij heeft het zeer duidelijk over het 'In Flanders Fields Museum' in de Ieperse  lakenhalle.
              ....
              In de uit hun puin verrezen Hallen leven relikwieën die
              door de oorlog zijn geheiligd in beverige beelden verder,
              in roestige schrapnels die schedels deden barsten,
              in brieven waarin onvoltooide liefde slaapt.

              In zijn reuze tabernakel voor de vrede eert
              het museum de miljoenen zonen en vaders die
              gesneuveld en verminkt de rust hebben gevonden
              die hen in de loopgraven nooit werd gegund.

McCrae is natuurlijk bekend voor 'In Flanders fields where the poppies blow / Between  the crosses, row on row' en alles wat eruit gevolgd is, maar hij geeft zich niet gewonnen: 'Wij zijn de doden', zegt hij, en hij besluit:

               Toe, trekt gij u ons krakeel aan met de vijand.
               Aan u passeren wij, met zwakke hand, de fakkel.
               Houdt hem hoog. Weest gij de helden. Laat de doden
               Die wij zijn niet stikken of wij vinden slaap noch
               Vrede - ook al klappen zoveel rozen open
                            In zoveel Vlaamse velden.

Weerzin van de oorlog spreekt uit deze verzen niet dadelijk: wel het verzoek onze strijd, die der doden, verder te zetten, opdat hij niet vruchteloos zou geweest zijn. Zelf stierf hij aan de gevolgen van een gecompliceerde longontsteking op 28 januari 1918.


John McCrae (1872 1918)

Ook Käthe Kollwitz wordt geëerd in 'Het versteend verdriet van Kollwitz'. Zij verloor haar eerste zoon, Peter', nauwelijks 17 jaar, in de
Eerste Wereldoorlog, haar tweede in de Tweede.  Hoeveel kan een moederhart dragen?

De laatste strofe van Verhegghes gedicht luidt:

           In Vladslo staat gebeiteld wat door geen god
           mag worden toegestaan, hier bloedt het hart
           van alle moeders die door de razernij
           van koningen en keizers een zoon hebben verloren.


Käthe Kollwitz, Het treurende ouderpaar








100 jaar later: volgelopen bomkraters


Need I say more? Wat moet daar nog aan toegevoegd worden?

Geen opmerkingen: