maandag 22 juli 2019

Bolrijk: onze Moeder de Heilige Kerk

Dit jaar bracht mijn vakantie me naar Zuid-Limburg, naar de streek van Sint-Truiden: ik lag in een b&b in Zepperen. En van Sint-Truideen naar Bokrijk is het niet zo ver, dus wij, Nicole en ik, daar naartoe. In het teken van Breugel stond het openluchtmuseum dit jaar, maar dat wordt een ander hoofdstuk.

Toen we er vorig jaar in april waren, werd menig gebouw nog gerestaureerd, maar daar waren ze nu klaar mee. Onder andere met het zaalkerkje uit Erpekom, een gehucht van Grote-Brogel. In de twaalfde eeuw (zo vroeg al) had het muren van 2,5 meter hoog, een eeuw later werden die muren verhoogd, een schip werd aan het zaaltje toegevoegd, echter zonder dat het evenwicht van het interieur verstoord werd. En dat word je gewaar: die ruimte heeft iets sacraals, onbetwistbaar, voor mij althans. In het schip staat een klein, maar een zwaar altaar, zoals de rest ook gemetseld in natuursteen. De toren is 16de-eeuws, en die is in baksteen, maar ook in romaanse stijl, en net zo imposant als het kerkje zelf.


Het zaalkerkje van Erpekom (Grote-Broghel)


De verhoogde en stevige muren (13de eeuw)

Overigens zijn die muren ook behoorlijk dik, en het gebouw diende dan ook ter bescherming van de mensen uit de buurt, als het door overvallen van rovers of andere conflicten te gevaarlijk werd om in eigen huis te blijven: veel meer dan houten hutten die gemakkelijk te vernielen waren zal de middeleeuwse Jan-met-de-pet niet tot zijn beschikking gehad hebben. De Kerk en de kerk beschermden in die tijden, wat je van ze ook zou mogen verwachten.

'A job worth doing is a job worth doing well' zeggen de Engelsen; je zou ook kunnen zeggen 'worth doing with some decoration'. Dat vonden de Middelnederlanders (hier: Middellimburgers) ook: de linkerwand heeft een versiering van twee rijen platte stenen, waartussen drie rijen schuine stenen. Alleen die stenen uitzoeken moet al wat tijd gekost hebben, en dan nog de moeite om ze zo te plaatsen: het was een werk voor God de Vader zullen de eerste metselaars gedacht hebben.


'worth doing with some decoration'

Er staat in Bokrijk nog een barokke kapel uit Zepperen, maar een totaal ander religieus gebouw is de pastorie uit Schriek, nu een deelgemeente van Heist-op-den-Berg.  Het gaat hier om een schitterende pastoorswoning uit 1776, net voor het einde van het ancien régime zullen we maar zeggen: de Franse revolutie hing in de lucht, maar nog niet in de Voor-Kempen. De bouwheer was een pastoor met name Snoeckx, en diens eerste opvolger stelde vast dat 'de dienaar beter gehuisvest was dan de Heer.' Een prachtig gebouw is het inderdaad, een stijlvol 18de-eeuws herenhuis, een verblijf dat duidelijk het verschil accentueerde met de woninkjes van de gewone parochianen: een vertegenwoordiger van de tweede stand had het natuurlijk veel beter dan het vulgum plebs, zo had God dat gewild. En of de pastorie mensen binnen liet om ze te beschermen tegen rampspoed en wapengekletter, is in dit geval niet eens een vraag. 'Toen was de kerk om goed te zijn nog veel te sterk' zond Wannes van de Velde! Aan die macht werd al wel gewrikt en getornd.


De pastorie van Schriek: als je van betere stand bent!

In die zin is Bokrijk ook interessant: je ziet gebouwen en gebouwtjes uit verschillende perioden, en je kunt evoluties vaststellen, en evoluties vergelijken. Zo leer je altijd vat bij!

Geen opmerkingen: