maandag 28 mei 2012

Kreta: Heraklion - Archeologisch Museum - I

Vrijdag: ik heb mijn auto nu. Bestemming wordt Heraklion, meer bepaald het 'Archeologisch Museum'. In een reisgids lees ik dat het gebouw dat het museum huisvest, uitgebreid en gerenoveerd wordt. 'Naar verwachting gaat in 2010 een geheel vernieuwd museum open. Tot die tijd zijn de topstukken van het museum te zien in twee zalen van het administratiegebouw, dat grenst aan het originele museum'. Helaas, we zijn nu 2012, en die twee zalen zijn nog altijd alles wat er te zien is: de Grieken hebben de laatste jaren kennelijk andere varkentjes te wassen gehad.

Anderzijds moet ik zeggen dat er ook maar alleen topstukken te zien zijn, allicht het beste van wat het hele museum te bieden heeft, en dat is niet min: het is integendeel zeer erg de moeite waard. Je kunt er artefacten bewonderen vanaf het neolithicum en de vroeg-Minoïsche periode tot de Romeinse tijd. Die Minoïsche beschaving beleefde haar glansperiode van ongeveer 1900 tot 1450 v.C.: de grote paleizen waren de centra van politieke, economische en religieuze activiteit. Het paleis van koning Minos in Knossos in het bekendste en grootste - dat moet omzeggens de hoofdplaats van het toenmalige Kreta geweest zijn - maar ook in Phaetos, Malia en Zakros waren aanzienlijke paleizen. Die Minoërs vereerden de Moedergodin, en in die cultus  - die overigens zeer oude oorsprongen heeft - speelde de stier ook een zeer belangrijke rol. Ik kan me indenken dat hij bij uitstek het symbool van mannelijkheid voorstelde, en kennelijk bestond er een soort van sport die 'stierspringen' zou genoemd kunnen worden. De bedoeling moet daarbij geweest zijn 'de stier bij de horens te vatten' en er dan op een zeer acrobatische wijze over te springen.


Terracotta beeld van een stier

Dit beeldje stamt nog uit de tijd voor de paleizen belangrijk werden, de zogenaamde pre-palatiale periode die liep van 3500 tot 1900 jaar v.C.; de stierenspringers houden zich aan zijn hoorns vast. Alleen al van de ouderdom van beeldje geraak ik onder de indruk, en dan moet je je nog voorstellen of inbeelden wat de gevoelens van de springers of de toeschouwers kunnen geweest zijn, want egotripperij was dit zeker niet: dit was sport ten dienste van de cultus, voor het goed van de samenleving, zou je kunnen zeggen, en een geslaagde sprong zal waarschijnlijk de kracht en de sterkte van de samenleving bevestigd hebben. Overigens: het woord 'sport' komt van het Latijnse 'dispostare', wat 'zich verstrooien, zich afleiding bezorgen, zich ontspannen' betekent, en in die zin kan dat stierspringen onmogelijk een sport geweest zijn: het was letterlijk een dodelijk ernstige activiteit. Tenminste, dat is wat ik meen te mogen denken: ik ben geen expert. Mogelijk is dit alleen ook maar 'hineininterpretieren' vanuit de eenentwintigste eeuw.


Stiertje-over

Nog een bewijs van het belang van de stierencultus voor de Minoërs: een wandschildering die een springer uitbeeldt, terwijl twee vrouwen - voor en achter de stier - toekijken en morele steun verlenen.


Meer dan schematische uit werking van het thema

Een van de artefacten die mij het meest opvielen, was een stierenkop uit het mineraal serpentijn: het is een 'rhyton' of plengvat, gebruikt voor offers. Het werd gewuld via een opening aan de bovenkant en door een opening in de snuit kon het leeglopen. Je leert wat bij, hoor, bij zo'n museumbezoek. Die stierenkop is een prachtig stuk, ongelooflijk goed bewaard: hij komt uit de neo-palatiale periode, dat is 1700 tot 1450 v.C. Zoals het reisgidsje zei: alleen topstukken in de twee zalen. En er waren er nog veel meer.


Stierenkop: plengvat of 'rhyton'

Geen opmerkingen: