dinsdag 29 mei 2012

Kreta: Heraklion - Archeologisch Museum - II

Een absoluut en wereldbekend topstuk is ongetwijfeld de 'Discus van Phaistos'; 'schijf' lijkt voor dit object een woord dat haast oneerbiedig klinkt. Maar die discus is er ook, in het Archeologisch Museum. Ik wist wel van zijn bestaan, maar toch was ik behoorlijk verrast: ik had verwacht dat de discus de grootte van een volwassen eetbord zou hebben, maar dat is helemaal niet zo: 15 cm diameter, niet groter dan dat. Hij is wel aan de beide kanten bewerkt, en dat wist ik evenmin. En gewoon van gebakken klei is hij, niet van een of andere nobele steensoort zoals marmer. Ondanks de kleine afmetingen en het materiaal waaruit hij gemaakt is, wordt de discus algemeen beschouwd als een van de belangrijkste en meest intrigerende vondsten ooit op Kreta, in 1903 was dat. Zelf is hij uit de periode jaren1700-1600 v.C., de paleo-palatiale periode noemen de archeologen dat. Aan beide kanten staan in twee spiralen afbeeldingen van bloemen, mensen en dieren. Wat dat allemaal betekent, weten we nog altijd niet: zeer intrigerend dus. Het populairst is de opvatting dat het een religieus object zou zijn, en de afbeeldingen zouden staan voor de woorden van een gebed of hymne.


De 'Discus van Phaistos': wat men beschouwt als voorzijde


Idem, achterzijde

Wat je zeker ook niet mag missen zijn de 'Slangengodinnen', de grote en de kleine genoemd, misschien zouden ze moeder en dochter voorstellen. De slang was ook een soort van heilig dier: ze konden aardbevingen voorspellen, dat wil zeggen ze vluchtten weg als er een aardbeving ophanden was,  en waren daardoor niet van geringe waarde voor de mensengemeenschap. De grote slangengodin is afgebeeld met ontblote borsten, wat dan weer een vruchtbaarheidssymbool is, en rond haar armen kronkelen twee slangen. De kleine strekt haar armen dan weer uit, en heeft in iedere hand een slang. Heel groot zijn ze niet, de beeldjes, maar alweer zeer intrigerend. Ze komen uit de periode 1700-1450 v.C., de neo-palatiale tijd.


De grote slangengodin

Ten slotte nog een stier. Bij het stierspringen werd ze kennelijk niet gedood, maar toch eindigden ze soms als offerdieren: op onderstaand beeld uit de Minoïsche tijd heeft het dier een band om zijn nek, wat erop schijnt te wijzen dat het geofferd zou worden. Mensen hebben goden overal gunstig gestemd met dierenoffers, in de meest uiteenlopende religies.


Offerstier (?)

Geen opmerkingen: