dinsdag 10 april 2012

Zeilvakantie 2: zondag - Valle Gran Rey

Zondag vandaag, de hele dag aan land voor een tocht door La Gomera: busje en taxi gehuurd en weg zijn we. We beginnen met de 'Valle Gran Rey', volgens een gids die ik daar gekocht heb 'das zweifellos schönste Tal der Insel'. Dat zou wel eens waar kunnen zijn: je valt van het ene verbazende panorama in het andere opmerkelijke vergezicht.  

De eerste merkwaardigheid is de terrastuinbouw, net of je in het Verre Oosten tussen hooggelegen rijstvelden zit. Maar als je beter toekijkt, zie je dat al die tuintjes en verwaarloosd en braak bijliggen: ze brengen niet meer genoeg geld op, en dit soort landbouw is dan ook opgegeven. De jonge mensen hier trekken in groten getale naar Spanje of elders in Europa. Het eiland mag dan wel bijzonder charmant zijn voor toeristen, maar wie wil hier zijn hele leven slijten, als je weet dat de wereld alles is, behalve je eiland. Daar wil je als jongmens ook wel eens van proeven, of er blijvend in investeren.


Verlate tuinterrasbouw

De wegen op La Gomera zijn echt goed berijdbaar, alleen moet je als chauffeur het betere bochtenwerk onder de knie hebben, en van klimmen en dalen mag ie ook niet bang zijn Zo komen we in een bocht van 180° bij een kapel: de 'Ermita San Antonio'. Aan de overkant van de weg bevindt zich een kijkterras, en van daar heb je een prachtig zicht op de Valle Gran Rey en de Atlantische Oceaan. Als je dan nog een eindje verder stijgt, kun je die Ermita in zijn bocht zien liggen.


De Valle Gran Rey


De Ermita San Antonio

Het dorp Arure ligt dat eindje verder en hoger, en daar moeten we dan op de 'Mirador de Santo' zien te geraken: trappen doen en onder een viaduct door, en dan kunnen we ons weer vergapen aan nog grotere weidsheid en eindeloze panorama's: dit eiland heeft inderdaad heel wat te bieden.


 Mirador de Santo: infrastructuur ten behoeve van toeristen voorzien


Vanaf dezelfde Mirador: vulkanisch eiland, het dorpje Taguluche en heel veel blauw


Op de achtergrond: het eiland La Palma

Als je het Tunhoutse Vennengebied gewend bent, laat staan de Noordzee, dan moet je zeggen dat dit toch nog van een andere orde is: fotocamera's werken zich te pletter, want de eigenaars kijken niet op een digitaal beeldje. Je krijgt zoveel nieuwe indrukken binnen dat je ze meteen ook wilt vastleggen. En je denkt bijna romantisch: wat is de wereld hier mooi! En zo voel je het ook.

maandag 9 april 2012

Zeilvakantie 2: naar Santiago

We verlaten San Sebastian, en we varen weer, naar Santiago: het is tenslotte een zeilvakantie. Maar op de kade heeft de bemanning een spoor van onze aanwezigheid achtergelaten, de handtekening van de 'Astrid'. Zeilen hebben we ondertussen nog niet al te veel gedaan: we willen naar het westen, en de wind komt uit die richting, dus we varen op de motor. De zee is iets rustiger dan gisteren, maar het Zilvermeer is nog veel kalmer.


Kilroy was here

Als de 'crew' niet zo hard moet werken, heeft ze de mogelijkheid de toeristende landrotten allerlei te leren over schip en zeilen. Het is Caro, een jonge Duitse vrouw die zeer goed Nederlands spreekt, die zich van deze taak kwijt, en ons van alles vertelt over de zeilen en hun namen, maar mij ook doet beseffen dat ook gewone Nederlandse woorden die ik dagelijks gebruik, uit de zeilvaart komen. Het onderste zeil van de tweede mast heet 'fok', daarboven heb je 'onder- en bovenmars', en helemaal van boven 'onder- en bovenbram'. 'Bram boven bram' heb ik altijd begrepen als 'baas boven baas', en 'bram boven bram voeren' betekent 'zich groots en trots voordoen', 'baas Ganzendonk spelen' met andere woorden. 'Opschieten' betekent 'de zeilen ophalen (met behulp van de schoot), en vandaar 'voortmaken, snel zijn of sneller worden'. 'De schoot' is dan weer een versterkt stuk zeil aan de linker- en rechterbenedenhoek: daar werkt alle kracht op in als het zeil via touwen opgehaald wordt. Van voren op het schip staat dan de 'grote mast'.


Openluchtonderwijs

Onze vaart naar Santiago is niet zo lang, en je kunt vanaf het schip mooi bekijken hoe het eiland opgebouwd is: laag op laag, alsof ze getuigen zijn van de ene vulkaanuitbarsting na de andere. Je lijkt ze zo van mekaar te kunnen pakken.


Gomera: laag op laag

Santiago is een kleine plaats, met rechts ervan een enorme, piekende rots: de natuur blijft hier overweldigend.


De enorme rots en rotswand rechts van Santiago

We gaan er voor anker: dat betekent slapen op zee. En dat valt honderd percent mee: je valt wiegend in een vredige, diepe slaap, veel rustiger dan wanneer het schip vastgemeerd ligt. Ook dat is een ervaring. Maar voor we erin duiken, krijgen we nog een mooie zonsondergang cadeau, zoals je ze thuis niet ziet.


Einde van de derde dag

Zeilvakantie 2: San Sebastian, een wandeling

Zo klein is San Sebastian de la Gomera dan ook weer niet of we besteden er nog een voormiddag aan: een wandeling om de eerste kennismaking aan te vullen.
dat het eiland rotsachtig is hebben we al ten overvloede kunnen merken, en het geeft ook een best schuimende branding. De stranden zijn alleshalve schitterend wit: grijs zijn ze, en als het water net teruggetrokken is, gewoon zwart. Basaltstranden zijn het, maar de autochtone zwemmer laat zich daardoor niet afschrikken, en de toerist evenmin weet ik uit eigen ervaring.


Rotsen in de branding


Danny op het basaltstrand

En we gaan het stadje weer in. Wie prat gaat op zichzelf als ultieme plaats van vertrek van Columbus, heeft natuurlijk ook een 'Casa de Colon'. 'Dichtung und Wahrheit' spelen hier echter ook weer een prominente rol: toen het huis gebouwd werd, was Christoffel al honderd jaar dood.


Binnenplaats van de 'Casa de Colon'

Het was een drukke zaterdagochtend, die 24ste, en er was allerlei te doen: we woonden een deel van een orkest-en-koorrepetitie bij, de generale voor de zondag. Bijval genoeg: ze zongen een stuk van Vangelis. En de protesterende medemens kwam ook buiten: blijkbaar wordt er ergens in de omgeving naar olie geboord, en dat zagen de Gomeranen niet echt zitten: betoging als uiting van de volkswil. Borden en plakkaten, aan beide zijden beschilderd: efficiëntie voor alles, Spanje is niet rijk.


Milieu- en toerismebewust


Achterkant van hetzelfde bord

De Spaanse schone wist dat ze in beeld was, zag dat ik foto's aan het maken was, en na die over een andere wereld stak ze goedkeurend haar duim op: bondgenoot gevonden moet ze gedacht hebben.

En zo hebben we een zinvolle voormiddag doorgebracht. Aan boord wachtten ons enig voedsel en vertrek naar Santiago, ver in westelijke richting.

vrijdag 6 april 2012

Zeilvakantie 2: Plaza de las Americas: moppen

Het bijberoep van toerist oefen je bij voorkeur in groep uit. Om de opgedane nieuwe indrukken te verwerken ga je met z'n allen op een terrasje een biertje of iets anders drinken: de oude indrukken moeten ook levendig gehouden worden. Er ontstaat al snel een conversatie, die na enige tijd min of meer ludiek wordt. Dan worden er grappen verteld, en sommige daarvan zijn spits, hilarisch of anderszins lachwekkend.

Mop 1

Verteld door de Nederlandse (Zeeuwse) schippersvrouw, die nadien toegaf dat ze een hele tijd naar haar bril gezicht had: ze had hem boven op haar hoofd gezet, the flashy way to wear glasses. Maar de mop dan:

Waarom neemt een Belg een baksteen mee naar bed als hij gaat slapen? Wij, Belgen, de meerderheid van het gezelschap, weten dat natuurlijk niet - zo hoort dat voor een Belg - waarop het antwoord welsprekend wordt medegedeeld:
om het licht uit te gooien!


Luttele seconden voor de worp

Mop 2

Iemand gooit een rood, rond voorwerp naar een gebouw. De grootte kan van variëren van die van een tennisbal tot een volleybal: het moet werpbaar blijven. Een aardbei is te klein. Net op het moment dat het rode voorwerp de gevel raakt, gaan alle lichten uit. Wat is dat?
Antwoord van de laconieke Belgische verteller: puur toeval!


Net voor de inslag

Mop 3

Een man komt al een hele tijd een café binnen, bestelt aan de toog drie jenevertjes, drinkt die gezapig uit en verlaat dan de zaak. De waard vindt dat eigenaardig, overwint zijn schroom en vraagt de klant ten slotte naar het waarom van zijn op zijn minst eigenaardige bestelling. 'O,', zegt die, 'ik heb twee broers, een in Amerika en een in Australië. Als ik drie glaasjes bestel, heb ik het gevoel dat ze ook bij me zijn'.
Een paar maanden later doet de klant nog altijd hetzelfde, dat wil zeggen: hij bestelt nog maar twee borrels. De waard denkt dat een van de broers overleden is, pijnlijk, maar hij vraagt de borrelaar toch of dat inderdaad zo is. 'O nee,' antwoordt die, 'helemaal niet, ik heb het drinken opgegeven.'


De drie broers


Het heeft er fameus gedaverd daar in San Sebastian, en dan moet je weten dat de Canarische Eilanden in een actief vulkanisch gebied liggen!

Zeilvakantie 2 - San Sebastian: eerste kennismaking

Na de voor sommigen eerder barre tocht van Tenerife naar La Gomera willen we allemaal voet op vaste grond zetten, dus dat wordt San Sebastian gaan bekijken. En hoewel het om een klein stadje gaat, is er best wat te zien. Bijvoorbeeld een gestileerde buste van Christoffel Columbus: in San Sebastian heeft hij in 1492 zijn schepen bevoorraad voor hij de Atlantische Oceaan overstak en Indië ontdekte, maar dat bleek dan Amerika te zijn: you wan't win them all! Hij zou volgens de legende daar ook gevallen zijn voor de charmes van de gravin van La Gomera, de genaamde Beatriz de Bobadilla. Niet alleen Dante heeft een Beatrice gekend; toch schijnt het verhaaltje nogal apocrief te zijn. Hoe dan ook, in 2006 hebben koning Juan Carlos en koningin Sofia dit borstbeeld onthuld, tot meerdere eer en glorie van San Sebastian en het toerisme aldaar.


In het Spaans: Cristobal Colon

Het oudste gebouw van de stad is de 'Torre del Conde' (de toren van de graaf), in het midden van de vijftiende eeuw opgericht ter verdediging van het eiland tegen invallers en kandidaat-veroveraars. Jarenlang blijkt de toren verwaarloosd geweest te zijn, en hij is pas recent gefatsoeneerd en gerestaureerd. Er zijn mooiere torens te bedenken, maar het is een historische getuige.


De stoere Torre del Conde

In het centrum liggen ook twee belangrijke pleinen: de 'Plaza de la Constitucion' (het Grondwetplein) en de Plaza de las Americas. Vooral dat Grondwetplein is indrukwekkend, niet zozeer door een schitterende vorm, maar wel door de bomen die er staan: laurierbomen blijken dat te zijn, flink uit de kluiten gewassen, met echt dikke stammen en zo rond 17 meter hoog, en met een echt dicht bladerdek. Ik kan me indenken dat de inwoners hier in de zomerse hitte komen bekomen van de dag, wijn, bier of vruchtensap consumeren, de dagprestatie van de zon commentariëren, mensen kijken of door mensen bekeken worden. Het moet de mensen een soort van vredig, zalig gevoel geven na weer een dag piekende temperaturen.


Laurierboom: echt bescheiden kun je de stam niet noemen.


Het bladerdek van de laurierbomen

Een kerk heeft San Sebastian natuurlijk ook, en hier, in het zeer katholieke Spanje is die overdag gewoon toegankelijk. Binnen zitten inderdaad vier mensen te bidden: twee vrouwen van laten we zeggen middelbare leeftijd, maar net zo goed twee meisjes van een jaar of veertien. En er zijn wel kerkschatten, maar de plaatselijke clerus is er heel gerust in dat die niet boudweg gestolen worden: er zijn nog oude zekerheden hier. De kerk heet overigens 'La Iglesia de la Asuncion', de Hemelvaartkerk in het Nederlands. Opvallend in de rechterzijbeuk is een


La Iglesia de la Asuncion: voorgevel

Madonna er toch iets anders uitziet dan dergelijke beelden bij ons: ze staat op een zilveren maan, draagt een triomfantelijke kroon en aureool, ook in zilver, en het blauw van haar mantel lijkt mij lichter van kleur dan wij gewend zijn. Misschien is dat de aard van het Spaanse katholicisme: schitterende triomf?


Spaanse Madonna

En wij gaan tot slot op de Plaza de las Americas 'een terrasje doen': ons bijberoep van toerist uitoefenen.

dinsdag 3 april 2012

Zeilvakantie 2: La Gomera - San Sebastian: de vaart

Zoals te verwachten was vanochtend: het daghet in den oosten, en het licht er overal: er schijnt een stralende dag te beginnen. Leden van de bemanning klimmen in het want: ze zetten zeilen bij, ze brassen, ze zijn actief. Zelf voel ik me in de zee thuiskomen: de zilte geur is er weer, mijn huid krijgt een gevoel van plakkerige wind (dat ligt kennelijk ook aan het zoute zeewater).


's Ochtends: het want wordt opgetuigd

Als we de haven een eindje uit zijn en ons op volle zee bevinden, blijkt die rustige zee die ons gisteren voorspeld was eerder tegen te vallen. We maken kennis met een behoorlijk strakke tegenwind, 5 beaufort met uitschieters tot 7,  zegt onze schipper, en wie ben ik om hem tegen te spreken. Op volle zee krijg je bovendien langere golven dan vlak onder de kust, en dat betekent diepere golfdalen en hogere -toppen. Lekker deinen wordt dat, tegen een snelheid van 3 knopen, dat wil zeggen om en bij 5,5 kilometer per uur. Onze tocht naar La Gomera kost ons acht uren: Neptunus wil ondertussen weten wie er min of meer over zeemansbenen beschikt en welke magen meer dan een baarmoederlijke schommeling kunnen verdragen. Niet iedereen zo blijkt, en de Atlantische Oceaan wordt af en toe aangevuld met niet helemaal verteerd voedsel: enkele maaginhouden blijven niet in de menselijke omhulling. En de meeuwen schreeuwen victorie!


Zeer blauwe, maar redelijk ruige zee

Inmiddels krijgen we land in zicht: het kleine eiland La Gomera en de hoofdplaats San Sebastian. Heel het eiland zou zo'n 22.000 inwoners hebben, de hoofdplaats met al zijn kleine kernen en gehuchten iets van een 6.700. San Sebastian, het stadje zelf, gaat prat op 2.600 mensen of daaromtrent: de bevolkingsdichtheid is er erg laag. In een toeristengids lees ik dat La Gomera er uitziet als een grote koeienvlaai (sic), met een straal van gemiddeld 23 kilometer. Ook zeer tekenend: op heel het eiland zijn er zes (6) tankstations: van file hebben ze hier allicht nog nooit gehoord.

En we komen dichterbij, en je schiet plaatjes van zee en eilandje, en als we dichterbij komen van het stadje en zijn haventje.


La Gomera met een schuimkoppende zee


Het stadje met veerboot van 'Fred Olsen'

Het plaatsje ligt tegen een helling vlak bij de kust, en het vangt best veel zon. Moderne gebouwen zijn er genoeg, en net zo goed boten die La Gomera verbinden niet met het vasteland, maar met Tenerife. Twee maatschappijen doen dat, Armas en Fred Olsen, allebei door de staat gesubsidieerd: efficiënt en kostenbesparend is misschien toch nog even iets anders. Fred Olsen ligt merkbaar in de bovenste la: in San Sebastian heet de boulevard bij de haven 'Avenida Fred Olsen'. Dat klinkt niet dadelijk heel Spaans, maar 'moet kunnen' zullen de Canariërs gedacht hebben. Tenslotte zorgen de veren voor het contact met de rest van de wereld, en dat is niet onbelangrijk als je zo geïsoleerd leeft. 'Insulated' zeggen de Engelsen dan, en zee hebben geen ongelijk.

Wat hier ook opvallend is: palmbomen alom, niet alleen op de promenades langs de zee, neen, je vindt ze hier een beetje overal. Wil het toeval nu dat ik pas geleden een groot deel van het Oude Testament verhapstukt heb, in een uitgave met de etsen van Gustave Doré. Het is zowat thuiskomen in het Bijbelse  landschap, tenminste in de interpretatie daarvan door Doré. Wie of wat je waar nog niet tegenkomt! Je bent in den vreemde en je herkent van alles en nog wat. We wonen in 'the global village', toch!


Palmbomen zoals bij Doré

maandag 2 april 2012

Zeilvakantie 2: Charleroi - Puerto San Miguel

Mijn eerste zeilvakantie was me best goed bevallen, een tweede laat je je dan niet voorbijvaren: deze keer naar de Canarische Eilanden, met dezelfde tweemaster, TS Astrid, ongeveer dezelfde reisgezellen, maar met veel beter weer in het vooruitzicht dan een half jaar geleden. We nemen het vliegtuig op Brussels South - Charleroi wil dat voor de gewone mens zeggen - en zullen landen op 'Tenerife Sur Reina Sofia': dat is ook een luchthaven waar alleen goedkope luchtvaartmaatschappijen op vliegen. De vlucht verloopt voorspoedig, maar ze duurt wel 4,5 uur, en ondertussen wordt de bewegingsruimte kleiner en krapper. Tenminste, dat gevoel krijg je. Maar het is open weer, en je kunt goed de route volgen: over Noord-Frankrijk (Bretagne) gaan we, de Golf van Biskaje, een groot stuk Spanje met hier en daar besneeuwde bergtoppen, en dan over de Atlantische Oceaan, waar steeds meer bewolking opkomt. Op 'Reina Sofia' is de zon er weer, zoals verhoopt.


Een deeltje vloot naar de zon

Op luchthavens is natuurlijk geen tweemaster te vinden: die ligt in Puerto San Miguel, waar we met de taxi heen rijden.


Puerto San Miguel: andere vervoermiddelen

Aan boord krijgen we gelijk een welkomstdrankje - cava natuurlijk, we zijn in Spanje! -  ik haal de banden met oude bekenden weer aan en ontmoet er nieuwe. De schipper en zijn vrouw zijn zoals de vorige keer de vertrouwde Pieter en Ineke, en Henk haalt om de start wat feestelijk en jolig te maken zijn accordeon boven: 'Allen die willen te kaap'ren varen waar de meeuwen schreeuwen' nemen stormenderhand het zuiden van Tenerife in. Toeristen doen dat zeker ook: onophoudelijk vliegen Boeings af en aan. Je vraagt je af waar ze al die mensen steken, maar snel blijkt dat ze hier niet kijken op een vakantiecomplex of -dorp meer of minder: crisis in het toerisme lijkt hier veraf.


Henk in een muzikale uitspatting

Wij krijgen onze kajuiten toegewezen, het wordt een beetje uitpakken en vervolgens de inwendige mens verwennen. We zitten nu 'duidelijk zeer zuidelijk', zoals Hans Andreus dat uitdrukte, maar ook hier heeft de dag een eind, ook hier krimpt het licht in het westen. Het heeft wel iets hier, met palmbomen op de achtergrond.


Avondval over Puerto San Miguel

Morgenochtend zullen we naar het oosten turen en de nieuwe dag geboren zien worden. We varen dan naar 'La Gomera', naar verluidt het mooiste van de zeven Canarische Eilanden. En de zee zou rustig zijn: zeezieken zijn niet te verwachten: waar kunnen we nog beter zijn? Of, zoals Henk steevast zegt: we mogen ons alweer bij de gelukkigen rekenen. Daar zijn we voor gekomen natuurlijk: voor nieuwe ervaringen te land en ter zee, en met de mensen op het schip en elders. We kijken ernaar uit.


Bijna de helft van onze tweemaster, TS Astrid