Een tentoonstelling die al meer dan een jaar op mijn verlanglijstje stond, was 'Rik Wouters, hoogtepunten' in het Schepenhuis in Mechelen. Bijna heel de verzameling van het Koninklijk Museum van Antwerpen is er te zien, plus een aantal werken die in het bezit zijn van de Stedelijke Musea Mechelen: dat is heel wat moet ik zeggen, schilderijen vooral, maar ook beeldhouwwerken. Er was niet veel volk, die woensdagmiddag: Rik Wouters is Picasso wel niet, maar ik schat hem bijzonder hoog in. Hij heeft echt wel een oeuvre nagelaten om u tegen te zeggen. En als er dan weinig bezoekers zijn, kun je veel op je gemakje aandachtig bekijken.
Een niet zo groot werk uit 1907 is 'Terras, kruidtuin' dat zeer impressionistisch aandoet. Het hoogtepunt van die richting was toen al voorbij, maar Wouters geeft er zijn eigen toets aan: het is vager dan de negentiende-eeuwse werken, suggestiever ook vind ik, en je merkt meteen waar het de man om te doen is: kleuren en licht, licht en lichtheid die hij probeert te vangen.
Terras, kruidtuin, 1907
Rik Wouters is dan wel Mechelaar, hij heeft een groot deel van zijn korte leven in de omgeving van Brussel doorgebracht, in het dan nog landelijke Bosvoorde. In 1914 komt hij na het uitbreken van de oorlog ten slotte in Amsterdam terecht: hij sterft er in 1916, nog geen 34 jaar oud, aan de gevolgen van kanker aan het bovenkaakbeen. Zij vrouw Nel, die hem op haar zestiende verleidde, is hem steeds een belangrijke bron van inspiratie geweest.
Kinderen hadden de twee niet, maar toch lijkt het Nel te zijn die in 'De opvoeding' een jongetje leert lezen. Het ventje probeert geconcentreerd de regels te ontcijferen die de vrouw aanwijst, en zelf houdt hij zijn rechterhand vlakbij om het spoor toch maar niet bijster te geraken. Toch lijkt me dat niet het belangrijkste van dit doek: licht en kleur lijken me dat eerder te zijn. Op het bruine tafelblad staat een blauwe vaas met bloemen, een wit boek wordt weerspiegeld in het glimmende oppervlak: het schilderij leeft echt. De achtergrond links is zachtgeel, de kachel achter het jongetje grijzig zwart, en de kunstenaar schijnt een zeer lichte penseeltoets gebruikt te hebben, nergens ook is iets scherp afgelijnd. In de bezoekersgids lees je ergens: 'Ten gronde is en blijft Wouters een impressionist.' Dat blijkt wel uit dit werk.
De opvoeding, 1912
Een doek dat mij enorm aanspreekt is 'Herfst' uit 1913. Nel staat buiten voor het raam en zet net een schaal appels op de vensterbank. Maar wat een kleuren weer: geel jasje, blauwe sjaal die in het openstaande raam opnieuw weerspiegeld worden, gordijnen in tinten die de natuur dan weer niet laat zien, groenachtige plant midden op de voorgrond, op de achtergrond bomen die nog volop in blad staan, daar net onder de daken van Bosvoorde. Daarvoor een weiland waar was op ligt te bleken, een weg, en weipalen. Het dorp en het platteland lijken ingelijst door het raamkozijn en het gordijn rechts: wat een diepte dat het werk daardoor krijgt! je kunt je ogen echt de kost geven met dit schilderij. Zacht en licht en rijk is het, heel mooi vind ik het.
Diezelfde diepte wordt opgeroepen in 'Het ravijn A': dat komt vooral door het witte vlekje iets uit het midden. Een ruiter op een wit paard rijdt over een bruggetje in het midden van een weelderig bos: dat kleine trucje maakt het helemaal af. Voor de rest is is het schilderij een samenscholing van allerlei 'groenen' en lichtinvallen op boomstammen: Wouters is een meester in suggereren: zo'n werk bekijken is vooral zintuiglijk genieten van de natuur.
Het ravijn A, 1913
Suggereren nogmaals: weer vanuit een openstaand venster in 'Open venster op Bosvoorde'. Het dorp is nu dichterbij dan in 'Herfst', weer ingelijst door het raam. Het mooie ervan is dat vooral de daken en de gevels van de huizen worden weergegeven: veel meer dan kleurvlakjes zijn het niet. Een en ander doet nogal denken aan Cézanne, voor wie Rik Wouters een sterke bewondering had. Hier wordt 'zijn' impressionisme meteen veel moderner. Ik moet zeggen: ik kan het wel appreciëren.
Open venster op Bosvoorde, 1914
Zolang de restauratie van het museum in Antwerpen duurt, zolang is deze tentoonstelling nog open, en die restauratie duurt ten minste tot 2017. Mensen hebben dus nog bijna vijf jaar om eens goed te gaan kijken: het loont de moeite.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten