Als je het plein opkomt, zie je links een lange paleismuur, en in het midden daarvan bevindt zich de 'Gouden Poort': ze is in 1753 gebouwd, is van brons en dus niet helemaal van goud, maar de deurstijlen bestaan uit een aantal vergulde panelen met reliëfbeelden van een aantal goden en godinnen. De poort wordt beschouwd als een van de belangrijkste kunstwerken van de vallei van Kathmandu.
De Gouden Poort met de vergulde deurstijlen
In de 'torana', een soort van timpaan boven de poort, staat centraal de godin Taleju, de familiegodin van de Malla's, het regerende vorstenhuis: ze heeft vier hoofden en tien armen! Vlak boven haar zit een 'Garuda', het vervoermiddel van Vishnoe en ook andere goden. Het is een mythologisch wezen, half mens, half adelaar. Een heel rare godenwereld hebben de hindoes: dat vinden wij dan, omdat we er van te voren niets van afweten, en we hem moeilijk kunnen overzien en/of begrijpen. De vraag is alleen maar wat zij van bijvoorbeeld de christelijke mythologie zouden denken.
De 'torana', een soort van timpaan, met Taleju en de Godura
De tempel van Taleju kom je als niet-hindoe niet in: je mag wel eventjes naar binnen kijken. En er wordt streng op toegezien dat ongelovigen het verbod aan hun laarzen zouden lappen: een soldaat en een bord laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Voor wie geen Engels verstaat, zijn er nog zes pictogrammen die uitbeelden wat je allemaal niet mee in de tempel mag nemen.
Verboden, in het Engels, met pictogrammen en soldaat
Een troost is een tweede torana boven de toegangsdeur: prachtig zoals die gebeeldhouwd is. Centraal onderaan zit weer Taleju die haar eigen tempel bewaakt. De twee vlechten boven haar zijn twee driekoppige slangen, met in het midden een zevende kop waarvan je het lichaam niet ziet, maar zo kom je toch aan het heilige getal 'zeven'. Op de zestien ronde bas-reliëfs zijn driearmige goden of godinnen afgebeeld, en helemaal links en rechts aan de basis zie je dan nog twee 'makara's: dat zijn mythologische krokodillen. Je mag het heiligdom dan wel niet binnen, maar eer je de buitenkant ontcijferd hebt, ben je toch wel een tijdje zoet.
De torana van de Taleju tempel
De meeste hindoetempels zijn gebouwd in de vorm van een pagode, met twee, drie of meer daken. De dakstutten van een dergelijk gebouw zijn vaak versierd met houtsnijwerk: goden en mythologische dieren zie je erop, maar ook albeeldingen die recht uit Kamasuthra zijn weggelopen. Ter zijde: 'kamasuthra' is Sanskriet, 'kama' betekent 'genot', 'suthra' 'formule'. 'Genotsformules' zijn het dus, open en bloot. De hindoes hadden of hebben kennelijk een andere houding tegenover sensualiteit dan godsdiensten uit het Westen.
Een pagodetempel voor een van de vele goden
Tempelversiering
Af en toe zie je een tempel met een Indische vorm: die heet dan 'sikhara', Sanskriet voor 'bergtop', m.a.w. in dit soort van tempels kun je het dichtst bij de goden komen, en je geloof heel echt beleven. Een mooi voorbeeld ervan is de 'Vatsala Durga Tempel, ter ere van de oppergod Shiva. Hij zou in 1723 opgericht zijn. Links van dit gebouw staat 'de klok van Taleju': doe godin is hier prominent aanwezig, want, zoals gezegd de familiegodin van de koningen
De Vatsala Durga tempel
De klok van Taleju
Op 'Durbar Sqaure' in Bhathapur is zoveel te zien: ongewone en prachtige indrukken krijg je er voortdurend, een totaal nieuwe godenleer leer je er (een beetje) kennen, en na een bezoek is enige rust geboden. Toch rijden we vandaag nog naar Nagarkot, om vanuit de verte de oostelijke Himalaya te bekijken, maar eerst willen we ook nog eens in de stad Bhaktapur rondstruinen: je komt hier tenslotte niet alle dagen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten