vrijdag 27 april 2018

Haspengouw: bloesems en twee kastelen

Dan heb je al een zekere leeftijd, maar nog nooit heb je de bloesemde fruitbomen in Haspengouw gezien, terwijl je dat toch al jaren gewild had: maar te lui, te ver, geen weer of een andere uitleg die geen excuus is. Zaterdag 21 was het echter zo ver: een gezelschap van vier vrienden trekt de streek in. We zijn met de auto, wat van dichtbij kijken moeilijker maakt, maar toch genieten we van wit en roze, van laagstamcultuur en hier en daar een hoogstammige boomgaard, want die zijn wat ouderwets tegenwoordig: de plukkers kruipen kennelijk niet meer zo graag hoog in de bomen, en klimmen dat moeten de liefhebbers maar in de Alpen doen, zullen ze gedacht hebben.Ik maak een paar foto's van kerselaars, en prompt komt er een plukker, een Sikh, op me afgestapt: niet om me weg te jagen, hij wil gewoon een praatje slaan, in echt goed Nederlands met Limburgs accent, wat zou je willen. Een kompaan van hem komt erbij staan, en ze vertellen dat ze hier werken, maar ook in Alken: ze wonen en werken hier al tientallen jaren, en zijn best vriendelijk. Of ze echt goed geïntegreerd zijn, kan ik uit het kort gesprekje met maar twee mensen niet afleiden, maar ze spreken in ieder geval de landstaal en zoeken contact: ze hebben moeite gedaan en doen het nog.


Bloeiende kerselaars


Idem met Sikh, niet meer zo jonge plukker

Wat ik ook niet wist, is dat er nogal wat kastelen in deze regio staan: bijna ieder dorp heeft er een om 'U met een hoofdletter' tegen te zeggen. En grote vierkantshoeven, die doen het hier ook bijzonder goed. Vruchtbare grond is dat hier, die veel opbrengt, vandaar allicht die kastelen en grote boerderijen. In de Kempen met zijn zandgrond is dat wel anders: kleinere, welhaast schamele boerderijtjes, en de teelt bij uitstek: aardappelen, want wat wil er op dergelijke bodem groeien?

Maar kastelen dus, bijvoorbeeld dat van Duras: de naam van deze deelgemeente klinkt Frans, en de 's' op het einde van het woord wordt wel degelijk uitgesproken. De plaats waar dit kasteel staat, heeft een zeer lange geschiedenis: de oudste vermelding is een waterburcht van de graven van Duras op deze plaats, al in 1102. Die graven waren ongetwijfeld grootgrondbezitters, bepaalden en regeerden de streek zo, dat hun naam ook de naam van het dorp geworden is. Van die waterburcht is er natuurlijk niets meer over: het kasteel dat er nu staat, is gebouwd in 1787-1789, vlak voor de Franse Revolutie dus, vlak voor de val van het Ancien Régime. Het is een classicistisch gebouw dat 'lusthof' genoemd werd. Midden in een park ligt het, en je kunt er komen via een indrukwekkende platanendreef. Dat park zelf ligt dan weer in een domein van meer dan 100 ha: de uitdrukking 'arm maar proper' wordt hier allicht niet alle dagen gebruikt. Het kasteel is nog altijd bewoond, maar kan toch een paar keer per jaar bezocht worden.


Het kasteel van Duras, 1787-1789

Vlak tegenover de toegang tot de platanendreef valt een groot kruisbeeld op: naast de gekruisigde Christus staat een boerenechtpaar vroom te bidden. Onder de voeten van de gekruisigde lees ik een tekst die uitlegt waarom dat kruis daar staat:

Uit erkentenis voor de afgesmeekte en verkregen bescherming van de dorpen Duras Wilderen Gorsem en Runkelen durend de oorlog 1940-1945 hebben Graaf en Gravin Em d Oultremont de Duras en hunne kinderen dit beeld van den Beschermer opgericht en aan de vroomheid der dorpelingen toevertrouwd

Dat klinkt nogal paternalistisch: in hun goedheid hebben graaf en gravin dit kruisbeeld aan de dorpelingen cadeau gedaan, en die moeten er nu voortaan voor zorgen. Of lees ik dat verkeerd? Het interesseert me wel hoe de verhouding tussen adel en dorpelingen was: daar zou ik graag meer over weten.



'Het beeld van den Beschermer'

Het andere kasteel is te vinden in Ordingen: de heren met die naam worden al in 1040 vermeld, bijna 1.000 jaar geleden! Dat goed is nogal eens van eigenaar verwisseld: de westvleugel is redelijk authentiek (maar niet uit de 11de eeuw natuurlijk), de oostvleugel is gerestaureerd, ziet er minder oud uit, en het interieur wordt nu klaargemaakt om hotel te worden.


De 'authentieke' westvleugel

In de westvleugel merk je ook nog twee wapenschilden: van welke families die zijn, zou ik echter niet kunnen vertellen. Je zou die dingen moeten kunnen lezen, maar helaas, dat kan ik niet. Maar dat die niet ergens in de 20ste eeuw op die muur gepleisterd zijn, is wel duidelijk.



Wapenschild van wie?

In de 17de en 18de eeuw werd Ordingen 'een onderhorige commanderij van de landcommanderij van Alden Biezen'. Uit die tijd dateert het tweede wapenschild met het jaartal 1740. Boven een schild zie je een kroon, op het schild een kruis: een en ander zal mogelijk verwijzen naar de Teutoonse Orde, maar zeker ben ik daar niet van. Interessant gebouw is dit kasteel, met voor mij meer vragen dan antwoorden: ik zal me er nader in moeten verdiepen. En dat is Haspengouw wel waard: het is een mooie en rijke streek, en ik ga er zeker nog op zoek naar andere schatten.


Wapenschild uit 1740


Mijn gezelschap in Haspengouw: mensen van een ander soort van adel

Geen opmerkingen: