Identiteitscrisis
We zijn in feite pas terug van Italië (september) en we vliegen er weer heen: naar Pescara, naar de Abruzzen. Vertrekken doen we in Eindhoven, op de Ryan Air-luchthaven in onze achtertuin: het hemd is nader dan de rok, Charleroi te ver en we reizen af in de eigen landstaal. Boarding Pass moet je zelf uitprinten (zo veel mogelijk werknemers uitsparen), maar je moet er aan de incheckbalie wel je eigen fouten bijnemen. Want ik heet wel 'Toon', maar op mijn identiteitskaart staat 'Antonius' (met dank aan de priester uit 1947). Antonius mag best mee, maar Toon: is dat wel dezelfde? 'Ryan Air is daar zeer streng in', wordt me gezegd, 'het moet kloppen.' Maar ik kan eens naar de informatiebalie gaan, daar kan ik mijn boarding pass laten corrigeren. Dat kost wel € 150, maar Italië wenkt en wat doe je dan? De informatiebaliedame heeft meer taalkundig inzicht: 'Toon uit Antonius is makkelijk af te leiden' besluit ze, en keurt met een stempeltje mijn pass goed. 'Maar het kan wel zijn dat ze dat in Pescara niet zo zien, en dat kan het zijn dat u alsnog 150 euro zult moeten betalen.' 'Dank u, dank u', een kermis is een geseling waard, en vrolijk en blijgemoed stijgen we om half zes op. Pescara ligt om half acht aan onze voeten, tenminste de landingsbaan aldaar.
Pescara: kleine kennismaking
Gezicht op de Corso Vittorio Emanuele II
Een busje van het hotel komt ons ophalen en om acht uur zijn we in 'Best Western Hotel Duca d'Aosta', in het centrum van de stad. Uitpakken en wegwezen wordt het, want we hebben nog niet gegeten. Wij de straat op, zoekend naar eethuisjes. We steken een brug over, gaan naar rechts, naar links, maken een vierkantje en komen terecht in 'Hostaria del 3° Cerchio', wat me doet denken aan de Derde Orde van de franciskanen, maar daar heeft het lokaal niet zo veel van weg. Het leven speelt er zich 's nachts af, tussen middernacht en vier uur 's ochtends: zo'n 450 jongelui komen zich er dan uitleven, en vatten de volgende dag dan weer kwiek aan. Maar we komen voor een ander deel van de inwendige mens, en dat krijgen we dan ook. De chef spant zich voor een democratische prijs bijzonder in, en 'wij komen nog wel terug', de volgende dag al.
Hotel Duca D'Aosta: hoog atrium met lentehemel
Pescara is een redelijk grote en jonge stad: 120.000 inwoners, ze bestaat pas sinds 1927. Ze ligt aan de gelijknamige rivier, die er ook in de Adriatische zee uitmondt. Die Pescara is niet erg breed, ziet er ook niet zo diep uit, en lijkt me niet erg ver bevaarbaar. De pescara is zeker niet de economische slagader van de stad: scheepvaart zie je er nauwelijks, een uitgebouwde haven evenmin. Naast de monding ligt wel een jachthaven: Porto Turistico 'Marina di Pescara' heet dat dan. een historisch centrum waar zo veel Italiaanse steden prat op gaan, vind je ook al niet. Vlak bij ons hotel is er ooit wel een visserswijk of -dorp geweest, Penne was dat, maar de sporen daarvan zijn netjes verdwenen en opgeruimd. Wat daar nog wel aan herinnert is de kerk van Sant'Andrea Apostolo. Andreas is de beschermheilige van de vissers, vandaar.
Sant'Andrea Apostolo
Maar echte bezienswaardigheden heeft de stad niet te bieden. Daarom strekken we morgen naar Puglia, naar het schiereiland Il Gargano, de spoor boven de hiel van de Italiaanse laars. Natuurbeleving is de bedoeling, en dat zou best wel eens de moeite kunnen zijn. We verheugen er ons op.
Gezicht op de jachthaven, de stad, en in de achtergrond de Apennijnen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten