Je wilt Blankenberge natuurlijk ook overdag bekijken, en iets meer dan de zeedijk bovendien: ergo word ik actief met mijn scootmobiel. Mijn schoonbroer, Luc Snoeckx, had me het Belle Epoque Centrum aanbevolen, want daar is een tentoonstelling over Thonet Meubilair, en dat kon wel eens de moeite lonen. Maar dat centrum gaat pas open om twee uur: dat wil zeggen dat ik ruim twee uur te vroeg ben. Dan de straten in de omgeving maar eens verkennen. En dat is een aangename verrassing, want die straten - de Elisabethstraat, de Descampsstraat, de Macelotstraat en de Rogierlaan - staan vol Jugendstilhuizen: de buurt doet nogal denken aan de Cogels-Osylei in Berchem, maar ze heeft niet dezelfde eenheid van stijl: alle huizen die ik zie, hebben verschillende gevels. Toch blijft het merkwaardig hier zoveel gebouwen in Jugendstil bij elkaar te zien: er zijn echt fraaie exemplaren bij. Villa Olga (1906) is een van de mooiste, rijkelijk en prachtig versierd met geglazuurde tegels met bloemenmotieven. Dat kun je mooi zien in wat ze in Blankenberge graag 'de loggia' noemen, een balkon met andere woorden. Die was zeer belangrijk in zo'n huis: van daar kon men de passage observeren.
Villa Olga
Villa Olga: het balkon of 'de loggia': versierende bloemmotieven, en links een landschap met watervogels
Villa Alta ziet er soberder uit, maar is wel veel groter en imposanter. Het waren geen arme lui die deze gebouwen deden optrekken, integendeel, het waren tweede verblijven van de zeer gegoede burgerij die in de laatste vijfentwintig jaar van de negentiende eeuw en tot 1914 hier haar vakanties kwam doorbrengen. Blankenberge, dat tot toen maar een vissersdorp was gebleven, trok enorm veel van die mensen aan, zodat een nieuw 'stadsdeel' ontwikkeld werd, ten oosten van het oorspronkelijke dorp: dat zijn de straten die ik al genoemd heb. De villa blijkt nu overigens een hotel te zijn. Er werd in het nieuwe stadsdeel zelfs een nieuwe kerk gebouwd, want de oude middeleeuwse Sint-Antoniuskerk was te bouwvallig geworden, en de toeristen, de nieuwe bron van inkomsten, mochten gevaar lopen tijdens het vervullen van hun zondagsplicht. Die nieuwe Sint-Rochuskerk (1890) is in eclectische of neo-Vlaamse-renaissancestijl stijl opgetrokken, maar mooi vind ik ze niet.
Villa Alta: burchtje van de burgerij
De Sint-Antoniuskerk (ingewijd in 1358) lijkt me zeer authentiek: ze zal ooit wel bouwvallig geweest zijn, maar daar is niets meer van te merken. Ze is gebouwd zoals vele van de oude kerken in deze streek. Vooral de toren is typisch: stoer en sterk, niet zo hoog, en met een kleine spits. Qua robuustheid doet hij denken aan de toren van Oostkerke en zelfs die van de Sint-Salvatorkathedraal in Brugge.
Het interieur is echter niet zo speciaal.
De Sint-Antoniuskerk
Ondertussen ben ik nog altijd niet in het Belle Epoque Centrum geraakt. Daarheen dus!
maandag 30 juli 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten