In Xhoffraix staan er daar nog behoorlijk wat van: we zijn op de Hoge Venen, en daar kan het vinnig koud zijn. En wat deden de boeren dan, die daar nogal geïsoleerd leefden? Zij plantten hoge beukenhagen aan: zo beschermden zij zich tegen de scherpe oostenwind, tegen regen en kou: een natuurlijk isolatiemiddel was het, zeg maar, want de dorre bladeren van de beuk vallen pas na de winter. Dat aanplanten gebeurde vooral in de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw: sindsdien heeft de moderne techniek voor andere manieren van isolatie gezorgd. Maar ze staan er nog, les charmilles, en ze zijn er een typisch en mooi element van het landschap.
Une charmille: achter de boerderij, effectief tegen de oostenwind
Een tweede, maar dan voor het huis
Je kunt goed zien hoe dik die beukheggen zijn, en hoe nauwkeurig gesnoeid: er wordt werk aan besteed, wildgroei is uit den boze. De mensen daar lijken me gewoon trots op hun werkstuk te zijn, en terecht, als je 't mij vraagt. 't Is weer een iets anders dan een overdreven nauwkeurig gemillimeterd gazon. En onbescheiden blikken weren les charmilles natuurlijk ook.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten