dinsdag 14 juli 2009

Tallinn, dag 4 - Dance Celebration


Kalevikeskstaadion, eventjes voor 11 uur


Achterzijde van mijn voorzitter


Wervelende beweging


Scheepvaart: de mens en de zee


De zee zelf

Vandaag staat een van de grote evenementen op ons programma: de 'Dance Celebration', de 18de al in het rijtje, vanaf 11 uur 's ochtends. Het is prachtig, lekker warm zomerweer wanneer we in het 'Kalevikeskstaadion' aankomen: we zijn eerder vroeg, er kan nog heel wat volk bij. Maar tegen de tijd dat het feest begint, is er dat ook: zo'n 12.000 toeschouwers, wat niet niks is. Kort voor de aanvang van de 'Celebration' kondigt de speaker aan dat de president himself, Toomas Hendrik Ilves, aanwezig is, waarop heel het stadion recht veert en applaudisseert. De president spreekt echter niet, dat is voor vanavond wanneer de eerste editie van de 'Song Celebration' plaats heeft. Dat rechtstaan en applaus ervaar ik toch als en bijzonder moment: ik kan me bij ons iets dergelijks niet voorstellen. Overigens is Ilves in zijn land best populair, en ook Jasper vindt hem geschikt, bekwaam en sympathiek. Politici lijken in Estland veel dichter bij de bevolking te staan dan in België, dat zullen we morgen nog eens ervaren.

In Estland bekleedt de president een veeleer ceremoniële functie. Veeleer zeg ik, want hij is wel het hoofd van de nationale strijdkrachten, vertegenwoordigt de republiek in de internationale betrekkingen en benoemt hogere regeringsambtenaren: zonder een Obama of Sarkozy te zijn heeft hij toch wel enige macht. In Ilves' geval lijkt mij vooral zijn moreel gezag zeer groot. Hij wordt niet rechtstreeks verkozen, maar door een kiescollege dat bestaat uit de parlementariërs en vertegenwoordigers van de lokale overheden. Wikipedia meldt dat Ilves voor Estse begrippen 'eerder populair' is, maar dat lijkt me iets te veel een understatement.

Het dansfeest dan weer is een overrompelend massaspektakel: er wordt een verhaal over de betekenis van de zee voor Estland uitgebeeld, in een begrijpelijke en perfecte choreografie. Hoe indrukwekkend? We nemen 120 foto's op twee en en half uur. Beweging alom: dansers in het blauw beelden de geboorte van de zee uit, een zeilboot wordt met een minimum aan middelen perfect gesuggereerd, de blauwe dansers die nu witte doeken bij zich hebben evoceren de golven, zeelui geven het werk op en tegen de zee weer, paren dansen de vreugde om wat de zee geeft, het zit er allemaal in. Vervelen doet het nooit, wervelen bijna altijd.

Wij hebben een zitplaats op de op een na bovenste rij: goede zichtbaarheid zonder vermoeidheid, maar de bovenste rij was achteraf gezien nog beter geweest: dan kun je recht gaan staan zonder iemand het zicht te beletten. Tegen het einde van het dansfeest staat trouwens iedereen recht: heel het publiek is bijzonder enthousiast. In feite zijn de dagen van dans- en zangfeest officieuze nationale feestdagen; de officiële nationale feestdag valt op 24 februari, midden in de noordse winter, en dan is het voor dergelijke feesten in openlucht natuurlijk veel te koud. Bijgevolg viert 'Eesti' zichzelf uitgelaten in de zomer, met eigen cultuur, zang en dans. Die sfeer neemt dan bezit van heel het land, tenminste van heel Tallinn. De bussen voeren van voren op hun dak twee Estse vlaggetjes, iedere welgeaarde Est draagt er ook zo eentje mee, en op het dansfeest zijn die vlaggetjes legio. Vlak voor het begin van het dansfeest zet de man voor me zijn gehaakte muts op: een in de nationale driekleur, blauw-zwart-wit. Die combinatie vergeet ik wel nooit meer. Trouwens, Jasper en ik hebben ook elk het bijna obligate vlaggetje: je kunt de volksvreugde niet als een kouwe kikker aan je voorbij laten gaan, zeker niet als je er middenin zit.

Na de middag moet Jasper een tijd voor 'Best' gaan werken, en ik blijf met mijn rolstoel allen in de stad achter: ik red het wel, verzeker ik hem. Bij een van de uitkijkpunten had ik een paar betere souvenirwinkels gezien, en daar wil ik naartoe, iets kopen voor de dochters. En dat lukt best met de rolstoel: ik loop er gewoon achteraan en duw hem leeg zelf omhoog, gebruikmakend van de twee steunpunten die de handvatten zijn: van de nood een deugd maken, noem je dat. Weer naar beneden komen is een beetje avontuurlijk: de straat, Pikk jalg (Lange been) gaat iets te steil naar omlaag om achter de rolstoel te lopen, hem zo tegenhouden zou te inspannend zijn. Maar er ligt een behoorlijke stoep, en de deugd bestaat er nu in in de stoel te gaan zitten en me naar beneden te laten bollen, maar af en toe grijp ik de reling langs de muur eens vast, zodat ik eventjes kan rusten. Zo kom ik via de Pikk jalg Gate op de Raekoja plats: het is inmiddels zes uur geworden, ik bel Jasper en een half uurtje later staat hij daar ook: 'Het is me gelukt, zeg ik hem, maar ik ben wel moe'. 'Je ziet er ook moe uit', voegt hij daar gevat aan toe. We restaureren ons in een van de vele eetterassen op het plein, we versterken in- en uitwendige mens en zijn weer goed voor dienst. Vandaag geen Hare Krishna als attractie, wel een kleuter die met onverdroten ijver achter de stadsduiven aan zit: hij heeft collega's in alle steden ter wereld, maar dat kan hij nog niet weten. Leuk om te bekijken, toch?

's Avonds zie ik de eerste editie van de Song Celebration op ETV, de Estse Televisie. Dat zou om 7 uur beginnen, maar de regen is spelbreker: half 9 en niet vroeger. De president spreekt de natie nu wel toe, de vlam wordt ontstoken, zoals op de Olympische Spelen, en dan kan het feest van start gaan. Het klinkt allemaal prachtig, met naar het einde toe ook klassiek werk: Verdi's Zigeunerkoor uit 'Il Travotore', 'Tempus est iocundum' uit Orffs 'Carmina Burana', een 'Alleluja' van Beethoven, het 'Koor van de Pelgrims' uit Wagners 'Tannhäuser', een 'Credo' van de nationale Arvo Pärt: stijl op niveau. Maar ook in Tallinn vandaag: alle regen komt van boven, en niet echt spaarzaam: ik zie steeds meer regenjasjes, ook bij de zangers, mensen verlaten de helling. Alleen de die hards blijven ten slotte nog over, maar dat zijn er toch wel wat.

De mensen zeggen hier wel eens: 'Als het zangfeest is, dan regent het.' Ik hoop vurig dat ze morgen ongelijk zullen krijgen.

Geen opmerkingen: