zaterdag 24 juli 2021

Berlaar: vergeefse wandeling en een 'palazzo'

Yves onderneemt met mij nog eens een knooppuntenwandeling: hij is specialist in het samenstellen van dergelijke uitstappen. Vandaag is Berlaar aan de beurt: het moet er mooi stappen zijn. We vertrekken aan knooppunt 31, en dan volgen knooppunten 71 en 73: altijd rechtdoor, geen ingewikkelde zoektocht zal het worden. Knooppunt 71 moeten we bereiken na 600 meter, 73 ligt nog eens 300 meter verder: geen onoverbrugbare afstand, zeker voor mij met mijn scootmobiel niet, en Yves moet deze 900 meter eerder moeiteloos overwinnen. We zien een plaatje dat in de richting 71 wijst, en we lopen verder en verder en verder en nog verder, tot Yves begint te twijfelen, want we stappen langs een drukke weg, dit is duidelijk geen natuurwandeling. Ik scootmobiel een 500 meter verder, maar vind nergens knooppunt 71, laat staan 73. We geven het op en keren op onze stappen terug: de wandeling in Berlaar zal voor een volgende keer zijn.

Op het dorpsplein gaan we op het terras van 'De Poemp' zitten, bestellen elk een 'La Chouffe' - de Waalse economie moet zeker nu gesteund worden - en ik vraag de ober iets over een groot wit huis dat we in het begin van onze mislukte tocht gezien hebben. Die verwijst naar een klant aan het tafeltje achter ons, en die er alles van zou weten. Hij vertelt ons waar het huis nu voor dient, en dat het ooit nog eigendom is geweest van een beroemde operazanger. Genoeg om thuis verder te zoeken.

Die beroemde operazanger blijkt Ernest Van Dijck te zijn, dezelfde naar wie de Ernest Van Dijckkaai in Antwerpen is genoemd: zo leer je nog eens iets bij. En die man was niet zomaar een plaatselijke goede zanger: hij stond bekend als Wagnervertolker, een tenor, en als dusdanig heeft hij gezongen in Covent Garden, de Opéra de Paris en de Metropolitan Opera in New York: niet zomaar een meelopertje was hij, in zijn vak was hij wereldberoemd. Hij werd geboren in 1861 in Antwerpen, en stierf in 1923 in Berlaar, in het Berlaarhof. Zijn zangcarrière had hem natuurlijk geen windeieren gelegd, en in Berlaar kocht hij dat grote huis uit 1858, waar hij woonde tot aan zijn dood. Ik zou dat 'hof' een palazzo noemen, het is een gebouw dat enige grandeur uitstraalt. Schitterend wit, en de vensters op de eerste verdieping hebben een omlijsting met een Jugendstiltoets. Prachtig is het gewoon!

 
Het Berlaarhof, il 'Palazzo'

De gemeente heeft het Berlaarhof en het parkgedeelte van het goed redelijk recent verworven, in 2019 was dat. Het gebouw is nu omgevormd tot een VillaVip, een woongelegenheid waar tien volwassenen met een beperking samenwonen met een zorgkoppel. Een best lovenswaardige bestemming voor dit oude gebouw, vind ik.

Een ander interessant gebouw in de Pastorijstraat is de pastorie. Die dateert al uit 1631, ze werd grondig hersteld in 1739, en gerestaureerd in 1967. Dit is niet zomaar een optrekje, je ziet meteen dat Jan met de pet hier niet thuishoort: best imposant is het. Meneer Pastoor woonde niet slecht, dat is het minste dat je kan zeggen. Centraal op de nok staat een dakruitertje met kleine klok. Op de voorgevel zie je Griekse letters: van links naar rechts theta, espsilon, omega. Zo kom je aan 'theo', en zit je meteen bij God. Verder hangen er kappa, mu en rho, maar wat die betekenen, dat weet ik niet, daarvoor schiet mijn kennis te kort.

De pastorie van Berlaar - 'theo' en nog drie letters

Deze  mislukte wandeling levert dan toch nog kennis van cultuur in de bredere zin van het woord op. Verspilde moeite is het alleszins niet geweest. En de 'La Chouffe' op het terras van 'De Poemp' zorgde net zo goed voor aangename vertroosting. Waarover zouden wij dan klagen? Laten we liever een Wagneraria aanheffen, maar in dit geval niet al te dramatisch!

Geen opmerkingen: