maandag 12 juli 2021

Een hotel in Ovifat

Ik heb me nog eens vergast op een kleine week Ardennen, ik heb me nog eens op weg begeven als ervaren en onverschrokken Malmedyvaarder. Vroeger, toen de kinderen nog klein waren, zochten we onderdak op de gemeentelijke camping van Malmedy, in Bévercé, 'La Grotte des Nains' heette die. Ze bestaat overigens nog. Maar tijden en omstandigheden veranderen, en tegenwoordig verblijf ik in Ovifat, in het viersterrenhotel 'Le Domaine des Hautes Fagnes'. De eerste keer dat ik er was, in 2010, toen ik mijn scootmobiel met mijn eigen auto kon vervoeren, vond ik het daar best goed toeven: de zaakvoerder lichtte mij onmiddellijk in over de streek, waarop ik: 'Je connais la région', en de laatste avond trakteerde hij me op een tripel, en we hadden nog een gezellige kout. Zo gaat dat in België: les Wallons sont plus chaleureux! In 2016 is de zaak vergroot en van aard veranderd: het noemt zich nu 'Wellness Hotel', je kunt er ook terecht voor seminaries, ze spelen er in een klasse hoger. En vooral je kunt het zwembad in, de sauna, de twee bubbelbaden: alles wat de moderne afgepeigerde mens nodig heeft om het vege lijf te redden is voorhanden. Maar het is er onpersoonlijker en afstandelijker nu, de gezelligheid is weg, ik voelde me er niet echt lekker, terwijl ik kan zeggen dat ik af en toe toch best te smaken ben. Af en toe, wel te verstaan.

Alles ziet er nog steeds verzorgd uit, nette kamers, dito restaurant, en de aanplantingen rond het hotel liggen er ook piekfijn bij: dat mag ook voor een viersterrenzaak. In de voortuin staat nog altijd een beeld van een groot hert, maar een zijn andere verfraaiingen bijgekomen: naakte vrouwen, beelden van bedoel ik. Dat prikkelt de lust naar wellness neem in aan, dat is het aperitief voor het echte werk begint, vermoed ik. Maar het is niet altijd even geslaagd. Dicht bij de ingang staat een dubbelbeeld: twee naakte jonge vrouwen met een gewone damesfiets tussen hun benen: natuurlijk naakt, want het is bekend, in de streek van de Hoge Venen fietsen alle jonge deernen in evakostuum. Ze kunnen gaan mountainbiken of gaan cyclocrossen, het terrein hier leent zich ertoe. Of deelnemen de nieuw uit te brengen film 'La mertitude des choses'. Stuur ze naar Reetveerdegem, of naar de Waalse tegenhanger! Ik weet niet wie deze blitse scène voor elkaar gebracht heeft, en dat is waarschijnlijk best zo: de man zelf wil waarschijnlijk anoniem blijven. Als je nu spreekt over de banalisering van het vrouwelijk naakt, dan heb je hier een schoolvoorbeeld. Mogelijk kunnen deze twee dames meedingen naar een Oscar in de categorie 'kitsch' of 'Le ridicule ne tue pas', in onze moerstaal 'zot zijn doet niet zeer'! Belachelijk vind ik het dubbelbeeld: er is edelkitsch en platte kitsch, maar veel edels zie ik hier niet.

La mertitude des choses

Een andere naakte juffrouw  (a reclining nude) zit, steunend op haar handen te kijken naar de vissen in een klein kunstmatig vijvertje voor haar: grote witte en oranje goudvissen zwemmen daarin rond en zij beleeft met al haar poriën de luxueuze weelde van de blootzitterij. Op de foto contrasteert ze met de schamele rugzak en de wandelstok van iemand die niet meer zo goed ter been is. Moeten we uit dit verschil tussen haar overvloed (maar niet aan kledij) en de door de andere voorwerpen gesuggereerde armoede en verlatenheid spreken van maatschappijkritiek? Waarschijnlijk niet, want ik weet aan wie die objecten toebehoren. Bovendien verbleef die persoon ook in het etablissement.

Ontbering, maar waarvan?

Het uitchecken was ook een belevenis op zich. Ik had verleden jaar een cadeaucheque van € 279 gekregen: toen had ik mijn verblijf uitgesteld wegens corona. Ik dacht dus dat die cheque van de prijs van mijn verblijf van de vakantie van dit jaar afgetrokken zou worden, maar neen, meneer Van Bourgognie, zo werkt dat bij ons niet. Die cheque dient voor wat u nog bijbestelt, en dat was nog een dag, wat mij door een Nederlandse dame werd uitgelegd, een dame die het klappen van de hotelzweep en het winst maken in een kapitalistisch kader kent. Het verschil tussen mijn dag meer en het bedrag op de cheque werd mij evenmin terugbetaald, zo werkt dat niet bij ons, meneer Van Bourgognie. Na 2016 is het hotel kennelijk overgenomen door Nederlanders. Het is niet dat ik me opgelicht voel, dat niet, maar afgezet toch wel. Les Wallons sont plus chaleureux, dat zei ik al, en dat meen ik, maar ten zuiden van de taalgrens wonen ook leden van andere volksstammen.

Ik heb er wel goed geslapen, de streek is mooi, en ik ben weer thuis. Je suis ici et j'y reste pour le moment. Als er nog een volgende keer komt, zoek ik een ander hotel, bij franstalige Belgen die Vlamingen weten te appreciëren. En waar klanten niet alleen maar nummers zijn die zoveel mogelijk geld op moeten brengen.

Geen opmerkingen: