dinsdag 2 november 2021

Sevilla: de dagwandeling - 2

Als je nu eens een goed uit de kluiten gewassen kathedraal wil zien, dan raad ik die van Sevilla aan. Er zijn maar twee grotere: Sint-Pieter in Rome en Saint-Paul's Cathedral in Londen. Brons voor Sevilla dus! Hij staat op de plaats van de vroegere moskee - die moesten er na de reconquista overal aan geloven - maar de minaret lieten de reconquistadores staan: die hebben ze omgevormd tot klokkentoren. De kathedraal is een gotisch bouwwerk, het laatste in Spanje gebouwd.We naderden deze kerk via de Puerta de San Cristobal, en de versiering daarboven laat een soort van buitengewone gotiek zien. Het torentje rechts heeft naar boven draaiende banden, waardoor enige elegantie gesuggereerd wordt. Rond het ronde venster in de muur zie je gotische motieven, maar zo overvloedig heb ik ze nooit gezien: dat lijkt na een week Andalusië typisch voor de kerken aldaar. Bekleding en versiering zijn steevast zeer exuberant, wat mij schijnt overeen te komen met de eigenheid van het Spaanse geloof, de beleving kan niet diep en uitbundig genoeg zijn, en dat uit zich ook in de vormentaal gebruikt voor en in de gebouwen.

Uitbundige gotische vormentaal

In de klokkentoren zie je dat minder: dat is gewoon een bijgewerkte minaret, die er hetzelfde uitziet als onder de Moren, behalve het kleinere torentje dat er op gezet is, maar dat je op deze foto niet ziet. Deze toren is veel strakker, een meesterwerk van de Almohadische kunst, vertelt mijn gids me. De Almohaden waren een dynastie met streng religieuze principes, en dat komt in de karig versierde minaret tot uiting. Dat er een groot contrast is tussen de versiering boven de poort en de eerder kale klokkentoren behoeft geen betoog. En dat schoonheid in de eenvoud kan zitten, is meteen ook wel duidelijk.

Van minaret tot klokkentoren: de Giralda

Ook in de kathedraal weet je niet waar je eerst moet kijken: de diepe godsdienstzin van de Andalusiërs vraagt kennelijk een uitdrukking die de overvloed niet schuwt. Het best komt dat tot uiting in het hoogaltaar: daar staat een reusachtig retabel van 20 meter hoog. Het is een veelluik van 7 verticale panelen en 45 vakken met taferelen uit het leven van Christus en Maria. Ik heb al wat retabels gezien, maar dit slaat wel alles, verbluffend is het gewoon! Er is aan gewerkt van 1482 tot 1525, door Vlaamse houtsnijders/beeldhouwers nota bene! Verbazend is dat niet: de Vlaamse kunst stond toen in hoog aanzien, contacten tussen Spanje en de Lage Landen waren legio, en op het einde van de vijftiende en in de eerste helft van de zestiende eeuw was het 'kunstig snijden van beelden'  een heuse nijverheid in onder andere Antwerpen en Brussel. Met enig ontzag sta ik dat te bewonderen, probeer de juiste foto's te nemen om die thuis van naderbij te bekijken! 

Het reusachtige Spaanse retabel van Vlaamse makelij

 

Fragment van het vorige

Centraal achter het altaar zit Maria in haar houding van 'Sedes Sapientiae' (Zetel der wijsheid), de zeer traditionele voorstelling van de Moeder Gods, zoals ze ook voorkomt als symbool van de KULeuven. Vlak boven haar zien we de geboorte van Christus, met Maria en Jozef, de obligate os en ezel, en engelen boven de kribbe: zeer gedetailleerd werk leverden die beeldensnijders. Links van de geboorte staat de aankondiging van die geboorte, en de engel Gabriël die de Maagd meedeelt dat zij de moeder van Gods Zoon zal worden. Rechts van de geboorte is al de moord op de onnozele kinderen aan de gang, met oog voor de gruwel die toen plaats had. Als je al die 45 taferelen zou kunnen bekijken en bestuderen, dan heb je het hele Nieuwe Testament bekeken en gelezen, en dat zal ook wel de bedoeling van de opdrachtgevers geweest zijn: stel visueel voor wat de gewone mens toch niet kan lezen. Overrompelend is zo'n kunstwerk, zonder meer.

De Heilige Isidorus van Toledo hebben we ook gezien, tenminste een schilderij met zijn afbeelding. Hij leefde in de zevende eeuw, en dit is een barok schilderij uit de zeventiende eeuw: zijn voorstelling is gebaseerd op fantasie. Maar niet dat hij bisschop was - hij toont met enig zelfbewustzijn zijn staf - en niet zijn geleerdheid: hij bladert in een best indrukwekkend foliant. Die Isidorus is in de twintigste eeuw uitgeroepen, of aangesteld of bevorderd tot patroonheilige van al wie met computers te maken heeft en ermee werkt. Misschien was hij nog niemands patroonheilige, was hij een werkloze heilige, maar nu heeft hij zijn part wel binnen. En de massa die hij verondersteld wordt te beschermen, groeit ongeveer exponentieel aan: zware baan heeft nu deze Isidorus, die zijn dagen niet langer in ledigheid slijt.

Sint Isidorus van Toledo

Laat ik besluiten met een beroemdheid die niet heilig is geworden: Christoffel Columbus ligt in deze kerk begraven. Voor zijn zerk komen vier mannen - zij stellen Castilië, Leon, Navarra en Aragon voor - de kathedraal binnengeschreden: op hun schouders dragen zijn de doodskist van Columbus. Dit is een 19de-eeuws grafmonument in romantische stijl; Columbus lag natuurlijk niet in die kist, hij was al eeuwen eerder gestorven. Maar zij dragen schijnbaar, maar toch met enige grandeur zijn stoffelijk overschot naar zijn laatste rustplaats, de zerk die voor hen ligt, en waarin de ontdekkingsreiziger de eerste vijfhonderd jaar van zijn eeuwigheid doorbrengt. Twan, onze gids had het erover dat de zoon van Columbus hier begraven zou liggen, en dat het graf van de laatste onbekend is, d.w.z. het is niet geweten waar hij begraven zou zijn. Mijn uitgebreide Michelingids beweert zonder twijfel dat hier Columbus zelf ligt, en de grafzerk wijst daar ook op.

Vier Spaanse provincies dragen Columbus naar zijn laatste rustplaats

A Castilla y a Leon...

Op die grafzerk staat namelijk een wapen met interessante informatie: een staande leeuw, een schouw, en daaronder centraal een wereldbol met een kruis erop, en daarrond de silhouetten van landkaarten van zeven landen, waarvan we mogen veronderstellen dat ze in Zuid-Amerika liggen. Maar de tekst rond deze tekening is relevant: in het Spaans staat daar te lezen: 'A Castilla y a Leon Nuevo Mundo Dio Colon'. Ik vertaal dat zo: 'Columbus (gaf) door God (of: met Gods hulp) de Nieuwe Wereld aan Castilië en Leon.' Wat zou die uitspraak daar staan als die Colon (Spaans voor Columbus) niet in dat graf zou liggen? Weinig zinvol lijkt me dat dan. Wat mij betreft heb ik voor het graf van de echte Columbus gestaan. Niet dat de man erdoor opgekikkerd is, dat ook weer niet, maar dat had hij waarschijnlijk ook niet verwacht: hij is niet eens heilig!

Besluit: de Kathedraal van Sevilla is zeer de moeite, maar tijdens ons verblijf is er geen wonder gebeurd!

Geen opmerkingen: